Artikel
1
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
werk: grondwerk, wegenbouwkundig werk, waterbouwkundig werk of bouwwerk;
-
b.
bouwstof: materiaal in de hoedanigheid waarin het is bestemd in een werk te worden gebruikt en waarin de totaalgehalten aan silicium, calcium of aluminium tezamen meer dan 10% (m/m) van dat materiaal bedragen;
-
c.
gebruik of gebruiken van bouwstoffen: in een werk aanbrengen of houden van bouwstoffen;
-
d.
degene die een bouwstof gebruikt:
-
1°.
wanneer een bouwstof in een werk wordt aangebracht: degene die zelf, op eigen kosten, een bouwstof in een werk aanbrengt of degene die opdracht geeft om op zijn kosten een bouwstof in een werk aan te brengen, en
-
2°.
wanneer een bouwstof in een werk is aangebracht en in dat werk wordt gehouden: de eigenaar van die bouwstof;
-
1°.
-
e.
vormgegeven bouwstof: bouwstof met een volume per kleinste eenheid van ten minste cm3, die onder normale omstandigheden een duurzame vormvastheid heeft;
-
f.
niet-vormgegeven bouwstof: bouwstof, niet zijnde een vormgegeven bouwstof;
-
g.
grond: niet-vormgegeven bouwstof met een vaste structuur, die van natuurlijke oorsprong is, niet door de mens is geproduceerd en onderdeel van de Nederlandse bodem kan uitmaken;
-
h.
schone grond: grond die geen van de samenstellingswaarden voor anorganische en organische stoffen, zoals aangegeven in bijlage 1, overschrijdt;
-
i.
isolatiemaatregelen: maatregelen waardoor bij gebruik van een bouwstof nagenoeg geen contact van die bouwstof met hemelwater of grondwater en in geval van gebruik in oppervlaktewater of op of in de bodem onder oppervlaktewater tevens nagenoeg geen contact met oppervlaktewater plaats vindt;
-
j.
categorie 1-bouwstof: bouwstof die:
-
1°.
geen van de samenstellingswaarden voor organische stoffen en, in geval het grond betreft, tevens geen van de samenstellingswaarden voor anorganische stoffen, zoals aangegeven in bijlage 2, overschrijdt, en
-
2°.
op zodanige wijze wordt gebruikt dat, ook indien geen isolatiemaatregelen worden genomen, geen van de immissiewaarden voor anorganische stoffen, zoals aangegeven in bijlage 2, wordt overschreden;
-
1°.
-
k.
categorie 2-bouwstof: bouwstof die:
-
1°.
geen van de samenstellingswaarden voor organische stoffen en, in geval het grond betreft, tevens geen van de samenwetllingswaarden voor anorganische stoffen, zoals aangegeven in bijlage 2, overschrijdt, en
-
2°.
op zodanige wijze wordt gebruikt dat, slechts indien isolatiemaatregelen worden genomen, geen van de immissiewaarden voor anorganische stoffen, zoals aangegeven in bijlage 2, wordt overschreden;
-
1°.
-
l.
bouwstof met teerhoudend asfaltgranulaat: bouwstof die geheel of gedeeltelijk is samengesteld uit granulaat, verkregen door het breken of frezen van teerhoudend asfalt, en die:
-
1°.
van de samenstellingswaarden voor organische stoffen, zoals aangegeven in bijlage 2, uitsluitend één of meer van de waarden voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen overschrijdt, en
-
2°.
op zodanige wijze wordt gebruikt dat geen van de immissiewaarden voor anorganische stoffen, zoals aangegeven in bijlage 2, wordt overschreden;
-
1°.
-
m.
avi-bodemas: de bodemas die resteert na verbranding in een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer in een roosteroven of wervelbedoven;.
-
n.
gemiddeld hoogste grondwaterstand: rekenkundig gemiddelde over ten minste acht achtereenvolgende jaren van de drie hoogste grondwaterstanden per hydrologisch jaar;
-
o.
hydrologisch jaar: periode van 1 april tot en met 31 maart;
-
p.
waterkwaliteitsbeheerder: bestuursorgaan dat op grond van artikel 3 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren bevoegd is tot vergunningverlening;
-
q.
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
-
r.
Onze Ministers: Onze Minister en Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
-
s.
NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm;
-
t.
kwaliteitsverklaring: schriftelijk bewijs, voorzien van een door Onze Ministers aangewezen merkteken, afgegeven door een door Onze Ministers aangewezen, deskundig, onafhankelijk instituut, op grond waarvan een bouwstof, indien die bouwstof wordt gebruikt op de in de verklaring aangegeven wijze, wordt geacht te voldoen aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen met betrekking tot samenstelling en immissie;
-
u.
deskundig bedrijf: bedrijf dat of dienst die voldoet aan de eisen ter zake van het verrichten van een bij of krachtens dit besluit voorgeschreven werkzaamheid zoals die zijn gesteld door een door de Stichting Raad voor de Certificatie erkende certificatie-instelling op grond waarvan het bedrijf of de dienst is gemachtigd het voor die werkzaamheid door Onze Ministers aangewezen merkteken te voeren;
-
v.
Europese richtlijn bouwprodukten: richtlijn nr. 89/106/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lid-staten inzake de voor de bouw bestemde produkten (PbEG 1989, L 40), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 93/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1993 (PbEG 1993, L 220);
-
w.
CE-markering: CE-markering als bedoeld in artikel 4 van de Europese richtlijn bouwprodukten;
-
x.
bijlagen 1, 2, 3, 4a en 4b: de bij dit besluit behorende bijlagen 1, 2, 3, 4a en 4b;
-
y.
werkdagen: dagen die niet vallen op zaterdag, zondag, algemeen erkende feestdagen of Goede Vrijdag;
-
z.
algemeen erkende feestdagen: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei, alsmede de dagen die op grond van het derde lid van artikel 3 van de Algemene termijnenwet gelijk worden gesteld aan algemeen erkende feestdagen;
-
aa.
CROW-rapport 04-08, «Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt»: door het Kennisplatform voor infrastructuur,verkeer, vervoer en openbare ruimte uitgegeven richtlijn inzake het omgaan met vrijkomend asfalt, Voorpublicatie 210, augustus 2004;
-
bb.
E-vliegas: fijn poeder, hoofdzakelijk bestaand uit bolvormige glasachtige deeltjes, dat vrijkomt bij filtering van de rookgasstroom in poederkoolgestookte elektriciteitscentrales;
-
cc.
IPO-interimbeleid «Werken met secundaire grondstoffen»: vooruitlopend op dit besluit door het Inter Provinciaal Overlegorgaan ter uitwerking van artikel 10.47 van de Wet milieubeheer en het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer vastgesteld beleid inzake het toepassen van secundaire grondstoffen van december 1994, zoals gewijzigd in juni 1997;
-
dd.
project: een combinatie van werken die worden uitgevoerd als samenhangend en in tijd en plaats afgebakend geheel.
2
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt het houden van een bouwstof in een werk geacht niet onderbroken te zijn, wanneer die bouwstof tijdelijk wordt verplaatst of uit het werk wordt weggenomen en die bouwstof na de verplaatsing of het wegnemen, zonder te zijn bewerkt, op of nabij dezelfde plaats en onder dezelfde condities opnieuw in dat werk wordt aangebracht.
3
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt het terugbrengen van grond op of in de bodem, daaronder begrepen de bodem onder oppervlaktewater, op of nabij de plaats waar deze is ontgraven, niet beschouwd als het gebruiken van een bouwstof, tenzij die grond sinds dat ontgraven is bewerkt.