Wet van 14 december 1995, tot wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 ter uitvoering van de Richtlijn inzake de depositogarantiestelsels

Wijzigingswet Wet toezicht kredietwezen 1992 (uitvoering Richtlijn inzake de depositogarantiestelsels)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet toezicht kredietwezen 1992 te wijzigen ter uitvoering van richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels (PbEG L 135);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

De ingevolge artikel 84 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 geldende garantieregeling blijft van toepassing op een kredietinstelling die ingevolge artikel 52, tweede lid, onder b, is geregistreerd, totdat de minister van Financiën ten aanzien van die kredietinstelling een besluit heeft genomen als bedoeld in het derde lid van dat artikel, doch uiterlijk tot 1 januari 1996.

Artikel

III

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën, G. Zalm
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager