Regeling benzinevervoer in mobiele tanks

De Minister van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op de artikelen 2, derde lid, en 15 van het Reglement Gevaarlijke Stoffen en op artikel 10 juncto 5 van de Richtlijn (EG) 94/63;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
Minister:

Minister van Verkeer en Waterstaat;

b.
richtlijn:

Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations;

c.
benzine:

aardoliederivaat, met of zonder additieven, met een volgens de Reidmethode bepaalde dampdruk van 27,6 kilopascal of meer, dat voor gebruik als brandstof voor motorvoertuigen is bestemd, met uitzondering van vloeibaar petroleumgas (LPG);

d.
benzinestation:
e.
terminal:
f.
damp:

gasvormige, uit benzine vervluchtigende verbinding;

g.
mobiele tank:

over de weg, per spoor of over het water vervoerde tank die wordt gebruikt voor de overbrenging van benzine van een terminal naar een andere terminal of naar een benzinestation;

h.
opslaginstallatie:

een vaste tank die op een terminal voor de opslag van benzine wordt gebruikt;

i.
voorlopige dampopslag:

voorlopige dampopslag in een tank met vast dak op een terminal voor latere overbrenging naar en terugwinning op een andere terminal, uitgezonderd de overbrenging van damp van de ene naar de andere opslaginstallatie op een terminal.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 1995.

Artikel

6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling benzinevervoer in mobiele tanks.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink.