Uitvoeringsvoorschriften Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Rijk

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

b.
suppletie:

de suppletie, bedoeld in artikel 6 van de Suppletieregeling;

c.
betrokkene:

de betrokkene, bedoeld in artikel 1, onder e, van de Suppletieregeling;

d.
Landelijk instituut sociale verzekeringen:

het Landelijk instituut sociale verzekeringen genoemd in hoofdstuk 4 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.

e.
uitvoeringsinstelling:

de instelling aan wie het bevoegd gezag, belast met de uitvoering van de Suppletieregeling, de werkzaamheden, verbonden aan de uitvoering van de Suppletieregeling, heeft opgedragen.

Artikel

2

Artikel

3

Betrokkene is verplicht om met inachtneming van de nadere aanwijzingen van de uitvoeringsinstelling, het ontstaan van de ziekte als gevolg waarvan hij verhinderd is arbeid te verrichten, aan de uitvoeringsinstelling te melden, alsook zijn herstel daarvan.

Artikel

4

Het recht op suppletie van de betrokkene die gaat deelnemen aan een voor hem naar het oordeel van de uitvoeringsinstelling noodzakelijke opleiding of scholing, blijft bestaan totdat die opleiding of scholing is beëindigd, indien:

  • a.

    de opleiding of scholing arbeidsmarktgericht is, deel uitmaakt van het reïntegratieplan dat door de uitvoeringsinstelling in samenspraak met betrokkene is vastgesteld en naar aard en omvang niet meer omvat dan in het reïntegratieplan is vastgesteld, of

  • b.

    de opleiding of scholing arbeidsmarktgericht is en, wanneer er geen reïntegratieplan is als bedoeld in onderdeel a, de uitvoeringsinstelling daarvoor toestemming geeft.

Artikel

5

In afwijking van artikel 4 blijft het recht op suppletie van de betrokkene die gaat deelnemen aan een voor hem naar het oordeel van de uitvoeringsinstelling noodzakelijke opleiding of scholing, na afloop van de ingevolge de artikelen 2, 6 en 7, onderscheidenlijk artikel 17 van de Suppletieregeling vastgestelde reguliere duur van de suppletie niet bestaan totdat die opleiding of scholing is beëindigd, indien:

  • a.

    tijdens de opleiding of scholing ter zake van die opleiding of scholing recht bestaat op een voorziening in de derving van de inkomsten;

  • b.

    de opleiding of scholing de strekking heeft om na afloop daarvan werkzaamheden bij één bepaalde onderneming of bevoegd gezag te gaan verrichten;

  • c.

    de opleiding of scholing langer duurt dan één jaar;

  • d.

    tijdens de opleiding of scholing sprake is van het verrichten van produktieve werkzaamheden.

Artikel

6

De betrokkene kan de in artikel 15 van de Suppletieregeling bedoelde onbeloonde activiteiten verrichten met behoud van suppletie, indien naar het oordeel van de uitvoeringsinstelling:

  • a.

    de betreffende activiteiten van de betrokkene geen bedrijfsmatig karakter hebben;

  • b.

    de betreffende activiteiten van de betrokkene in de gegeven situatie doorgaans niet door een betaalde kracht zullen of kunnen worden verricht; en

  • c.

    de instelling of het bevoegd gezag die de niet betaalde werkzaamheden organiseert, geen subsidie heeft of kan verkrijgen voor wat betreft de loonkosten.

Artikel

7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij met de toelichting wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1996.

Artikel

8

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsvoorschriften Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Rijk.

’s-Gravenhage
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Voor deze,
De Directeur-Generaal Management en Personeelsbeleid,A. H. C.Annink