Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Stichting Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs;
de Staatssecretaris van Defensie.
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Stichting Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs;
de Staatssecretaris van Defensie.
De Staatssecretaris verleent aan het bestuur van de USZO mandaat ten aanzien van de volgende regelingen:
de Suppletieregeling burgerlijke ambtenaren defensie;
het Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren;
het Uitkeringsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie;
het Wachtgeld- en Uitkeringsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie bij privatisering;
het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel (vanaf 1 juli 1996);
het Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering burgerlijke ambtenaren defensie;
de Uitstroom bevorderende maatregel;
het Sociaal Beleidskader Defensie, voorzover betrekking hebbend op ontslaguitkeringen voor het Defensie-personeel, onder te verdelen naar: Wachtgelden ex-SBK zonder VUT-/ UKW-vooruitzicht en Wachtgelden ex-SBK met VUT/UKW-vooruitzicht;
de Algemene militaire pensioenwet en de vroegere militaire pensioenwetten in de zin van die wet voor wat betreft de pensioenen ter zake van ziekten of gebreken en voorzieningen en artikel 8 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet;
het Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering militairen;
de Militaire wachtgeldregeling 1961;
artikel 124 van het Burgerlijk ambtenarenreglement Defensie;
de Regeling gezondheidszorg, de Regeling dienstverbandaanspraken geneeskundige verzorging, artikel 90, negende lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement en de Algemene wet bijzondere Ziektekosten;
de Regeling dienstverbandaanspraken geneeskundige verzorging;
de artikelen 83 tot en met 85 van het Reglement rechtstoestand dienstplichtigen;
de artikelen 120 tot en met 125 Algemeen militair ambtenarenreglement;
artikel 147 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (Regeling processen-verbaal inzake aan militairen overkomen ongevallen), artikel 103 van het Reglement rechtstoestand dienstplichtigen;
het Besluit van 20 juni 1984, houdende vaststelling van een Algemene maatregel van bestuur, regelende de vergoeding motorrijtuigenbelasting voor oorlogsgetroffenen 1940-1945;
de Regeling tegemoetkoming wegens inkomstenderving en reiskosten.
Het bestuur van de USZO legt een voorgenomen besluit, voor zover dit voortkomt uit de uitvoering van in artikel 2 genoemde Defensie-regelingen voor aan de Staats secretaris indien:
het bestuur van de USZO gerede twijfels heeft over het in een individueel geval toepassen van een regeling, genoemd in artikel 2 en/of
het naar het oordeel van het bestuur van de USZO een geval betreft dat grote beleidsmatige en/of financiële gevolgen kan hebben voor het Ministerie van Defensie, dan wel kan leiden tot precedentwerking.
De Staatssecretaris verleent mandaat aan de functionarissen van de Afdeling Juridische Zaken van de USZO Zoetermeer, van de Afdeling Juridische Zaken van de USZO Defensie en van de Afdeling Bezwaar en Beroep van de USZO Heerlen te beslissen op een bezwaarschrift ten aanzien van de ingevolge artikel 2 genomen besluiten.
De Staatssecretaris verleent aan het bestuur van de USZO bevoegdheid in rechte op te treden, indien tegen een ingevolge artikel 4 danwel artikel 5 genomen besluit beroep wordt ingesteld.
Het bestuur van de USZO houdt een register bij betreffende verleende mandaten. Het register bevat de namen van de functionarissen van de USZO die op basis van het mandaat besluiten kunnen nemen, alsmede gegevens omtrent de inhoud van het mandaat.
De stukken die op grond van dit besluit worden afgedaan en ondertekend, vermelden aan het slot:
De Staatssecretaris van Defensie,
namens deze,
... (de functie van de ondertekenaar)
... (handtekening en naam van de functionaris)
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.
Dit besluit zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.