Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 12 juni 1995, No. J. 958480, Directie Juridische Zaken;
Gezien het advies van de Raad voor dierenaangelegenheden (29 juni 1994, RDA/94218/HJ), het Landbouwschap (19 mei 1994, B042444.W01), de Stichting Nationaal Onderzoek Dierentuinen (21 juni 1994), de Stichting voor Gezelschapsdieren (22 juni 1994, 9406.21/RW), de Nederlandse Vereniging voor Proefdierkunde (24 juni 1994, fvdb9405), het Produktschap Vee en Vlees te zamen met het Produktschap Pluimvee en Eieren (28 juni 1994, mha nr. 23601), de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (28 juni 1994, U94.01064/YK), Rechten voor al wat leeft (25 juni 1994) en het TNO (21 juli 1994, WK/mv/94.138);
De Raad van State gehoord (advies van 19 juli 1995, No. W11.95.0301);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 18 januari 1995, No. J. 9517242, Directie Juridische Zaken;