Controlevoorschriften AKW

Het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de AKW: de Algemene Kinderbijslagwet;

  • b.

    de Bank: de Sociale Verzekeringsbank;

  • c.

    kinderbijslag: kinderbijslag in de zin van Hoofdstuk III en Hoofdstuk IV van de AKW;

  • d.

    een kind: een eigen kind, een aangehuwd kind of een pleegkind als bedoeld in artikel 7, eerste lid, of artikel 26, eerste lid, AKW waarvoor kinderbijslag is aangevraagd of dat van invloed is op de hoogte van de kinderbijslag, en ten opzichte waarvan men niet van de verplichting tot het opgeven van wijzigingen is ontslagen;

  • e.

    de partner: de man of vrouw met wie de aanvrager een huishouden vormt.

Artikel

2

Hoofdstuk

2

Algemene verplichtingen

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

7

l. Op verzoek van de Bank geeft de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon op een door de Bank vastgesteld tijdstip aan de Bank boeken, documenten en andere informatiedragers ter inzage en stelt hij deze voor het maken van een kopie ter beschikking stellen.

2. Op verzoek van de Bank verstrekt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon aan de Bank terstond een geldig identificatiebewijs, zoals bedoeld in de Wet op de Identificatieplicht, ter inzage, en stelt hij deze voor het maken van een kopie ter beschikking.

3. Woont de aanvrager of een kind in het buitenland, dan legt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon op verzoek van de Bank op door de Bank vast te stellen tijdstippen een door een bevoegde autoriteit gewaarmerkt levensbewijs van degene die buiten Nederland woont over.

Artikel

8

Artikel

9

De in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon maakt controle mogelijk door personen die daarmee door de Bank zijn belast.

Hoofdstuk

3

Bijzondere verplichtingen bij aanspraak op kinderbijslag voor kinderen tot zestien jaar

Artikel

10

Als het kind uitwonend wordt of is, stelt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon de Bank op haar verzoek en binnen een door haar te stellen termijn in kennis van het adres van het kind. Op verzoek van de Bank legt deze persoon aan de Bank bewijsstukken over van het uitwonend zijn van dit kind en van de reden hiervan.

Artikel

11

Als het kind uitwonend is in verband met het volgen van onderwijs, zorgt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon ervoor dat, op verzoek van de Bank, een schoolverklaring door de onderwijsinstelling wordt ingevuld en ondertekend. Daarna doet deze persoon de verklaring binnen de door de Bank gestelde termijn aan de Bank toekomen.

Artikel

12

Als een kind uitwonend is, zendt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon binnen een door de Bank gestelde termijn een onderhoudsverklaring, naar waarheid en volledig ingevuld, ondertekend en gedateerd, aan de Bank. Op verzoek van de Bank doet deze persoon binnen de door de Bank gestelde termijn betaalbewijzen van de bijdrage in het onderhoud van het kind aan de Bank toekomen.

Artikel

13

Als een kind uitwonend is in verband met ziekte of gebreken, legt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon op verzoek van de Bank binnen een door de Bank te stellen termijn een medische verklaring over.

Hoofdstuk

4

Bijzondere verplichtingen bij aanspraak op kinderbijslag voor kinderen vanaf 16 jaar

Artikel

14

  • 1

    Als het kind uitwonend wordt of is, stelt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon de Bank op haar verzoek en binnen een door haar te stellen termijn in kennis van het adres van het kind. Op verzoek van de Bank legt deze persoon binnen een door de Bank te stellen termijn aan de Bank bewijsstukken over van het uitwonend zijn van dit kind.

  • 2

    Op verzoek van de Bank legt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon de onderhoudsverklaring naar waarheid en volledig ingevuld, ondertekend en gedateerd, binnen een door de Bank gestelde termijn over aan de Bank. Op verzoek van de Bank doet deze persoon voorts binnen de door de Bank gestelde termijn betaalbewijzen toekomen van de bijdrage in het onderhoud van het kind aan de Bank.

  • 3

    Als het kind inkomen heeft, legt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon binnen een door de Bank te stellen termijn bewijsstukken van dit inkomen over.

Artikel

15

Artikel

16

Als het kind werkloos is, legt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon op verzoek van de Bank binnen de door de Bank gestelde termijn een bewijs van inschrijving bij de Arbeidsvoorzieningsorganisatie aan de Bank over.

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

18

Dit besluit treedt in werking twee dagen na plaatsing in de Staatscourant.

Artikel

19

Dit besluit wordt aangehaald als: ’Controlevoorschriften AKW’.

Dit reglement wordt in de Staatscourant geplaatst.

Amstelveen
B. de Vries P.A. Schaafsma