Besluit van 19 februari 1996, houdende vaststelling rekenpremie wachtgeldfondsen

Besluit vaststelling rekenpremie wachtgeldfondsen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 januari 1996, Nr. SV/AVF/96/0204, gedaan mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
De Raad van State gehoord (advies van 6 februari 1996, nr. W12.96.0027);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 februari 1996, Nr. SV/AVF/96/0586, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Ingeval het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voor een wachtgeldfonds gedurende een jaar meerdere malen een premie vaststelt, worden bij de berekening van de rekenpremie de desbetreffende premiepercentages gewogen naar rato van het deel van het jaar waarin deze premiepercentages gelden.

Artikel

4

Voor de toepassing van de artikelen 9, vijfde lid, en 29, zevende lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 2, eerste lid, onderdelen b en d van de Algemene nabestaandenwet, artikel 41a, eerste lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, artikel 37, eerste en tweede lid, van de Wet werk en bijstand, artikel 10, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, artikel 10, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 18, tweede en derde lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars, artikel 6, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, artikel 19a, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, artikel 36, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, artikel 32, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, artikel 43, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet en artikel 26, eerste lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 wordt het deel van de premie WW dat ten gunste komt van het wachtgeldfonds voor zover dat door de werknemer verschuldigd is, vastgesteld op de helft van de rekenpremie wachtgeldfondsen.

Artikel

5

In afwijking van artikel 2, eerste lid, wordt de rekenpremie wachtgeldfondsen voor het jaar 1996 vastgesteld op het gewogen gemiddelde van de wachtgeldpremies, zoals deze, in verband met de verlenging van de wachtgeldperiode van acht naar dertien weken, voor het jaar 1996 voor alle sectoren worden vastgesteld en in verband met de Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte.

Artikel

6

Het Besluit vaststelling rekenpremies ZW en wachtgeldfondsen wordt ingetrokken.

Artikel

7

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 oktober 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met loondoorbetaling door de werkgever bij ziekte van de werknemer (uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte; Kamerstukken II, 1995/96, 24 439) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Artikel

8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling rekenpremie wachtgeldfondsen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Lech
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, R. L. O. Linschoten
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Minister van Justitie a.i., H. F. Dijkstal