Aanwijzing bevoegde autoriteiten en bevoegde instantie Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Mede gelet op de resolutie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart van 18 mei 1995 (protocol 1995-I-21);

Besluit:

Artikel

1

De bevoegde autoriteit, plaatselijk bevoegde autoriteit dan wel de bevoegde instantie, bedoeld in het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995, is:

  • 1.

    de Minister van Verkeer en Waterstaat in de artikelen:

    • 1.06;

    • 1.07;

    • 7.06;

    • 23.01, tweede lid;

    • 23.02, tweede lid;

    • 23.03, eerste lid.

  • 2.

    de Directeur-Generaal Goederenvervoer in artikel:

    • 2.18.

  • 3.

    de voorzitter van de commissie van Deskundigen te Rotterdam in de artikelen:

    • 2.11, eerste lid;

    • 2.19, tweede lid;

    • 8a.02, achtste lid;

    • 8a.03, tweede lid;

    • 8a.04, eerste en tweede lid;

    • 8a.05, eerste en derde lid;

    • 8a.06, derde lid;

    • 8a.08, eerste, derde en vierde lid;

    • 8a.09;

    • 8a.10, eerste, tweede en derde lid;

    • 8a.11, eerste lid;

    • 8a.12, eerste lid, aanhef en onderdeel b;

    • 15.09, derde lid;

    • 20.02, derde lid;

    • 23.08, eerste lid.

  • 4.

    De Hoofdingenieur-Directeur van het het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat in de directie Oost-Nederland, dan wel de Hoofdingenieur-Directeur van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat in de directie Zuid-Holland, ieder voorzover het zijn ambtsgebied betreft, in de artikelen:

    • 2.11, eerste lid;

    • 5.03, eerste lid;

    • 18.01.

  • 5.

    De divisie Vervoer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat te Den Haag in de artikelen:

    • 23.03, vierde lid;

    • 23.04, tweede en derde lid;

    • 23.08, tweede en vierde lid.

  • 6.

    De ambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, in de artikelen:

    • 2.11, eerste lid;

    • 23.03, vierde lid.

  • 7.

    de Dienst Wegverkeer in artikel:

    • 23.05;

    • en in de bijlage H, onderdeel B, 1.

Artikel

2

De regering van 26 februari 1988, directoraat-generaal van het verkeer nr. WJZ/V 821716 (Stcrt. 47), wordt ingetrokken.

Artikel

3

De regeling treedt in werking met ingang van 6 maart 1996.

Deze regeling wordt geplaatst in de Staatscourant.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink