Regeling subsidiëring Extra Impuls natuur- en milieu-educatie

Regeling subsidiëring Extra Impuls natuur- en milieu-educatie

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Handelende in overeenstemming met de Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat, voor Ontwikkelingssamenwerking, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
Mede gelet op artikel 13 van het Verdrag inzake biologische diversiteit, met bijlagen, Rio de Janeiro, 5 juni 1992 (Trb. 1992, 164 en 1993, 54);

Besluit:

1

Definitiebepalingen

Artikel

1

2

Algemene bepalingen

Artikel

2

Er is een stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat, voor Ontwikkelingssamenwerking, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, die is belast met de interdepartementale coördinatie van aanvragen voor subsidie die op grond van deze regeling worden ingediend.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Voor subsidieverlening komen niet in aanmerking projecten die niet uiterlijk 31 juli 2000 kunnen zijn uitgevoerd.

Artikel

6

Artikel

7

Voor subsidieverlening komen niet in aanmerking:

  • a.

    de kosten waarvoor uit andere hoofde uit ’s Rijks kas subsidie is verleend;

  • b.

    exploitatiekosten, kosten van regulier onderhoud en beheer daaronder begrepen;

  • c.

    overige kosten als gevolg van kapitaals- en inkomensverliezen;

  • d.

    accountantskosten;

  • e.

    kosten verbonden aan de inzet van overheidspersoneel; en

  • f.

    de door de instelling verrekenbare BTW.

3

De aanvraag

Artikel

8

Artikel

10

Het werkplan, bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b, bevat:

  • a.

    een beschrijving van de werkzaamheden en de activiteiten die door de instelling zullen worden verricht voor de uitvoering van het project waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • b.

    een beschrijving van de doelstellingen die met het project worden nagestreefd;

  • c.

    een duidelijke samenvatting van de onderwerpen, bedoeld in de onderdelen a en b.

Artikel

11

De stuurgroep rangschikt de aanvragen die voor een subsidie in aanmerking komen zodanig dat een project hoger gerangschikt wordt naarmate een project meer bijdraagt aan een duurzame vernieuwing en kwaliteitsverbetering van natuur- en milieu-educatie.

4

De subsidieverlening

Artikel

12

De minister geeft, gehoord de stuurgroep, een beschikking tot subsidieverlening.

5

Voorschotten

Artikel

13

Op basis van de subsidieverlening kunnen op aanvraag voorschotten worden verleend. De minister kan daartoe aan de subsidieontvanger verzoeken inzicht te geven in de liquiditeitsbehoefte.

6

Voorschriften

Artikel

14

De instelling doet vooraf mededeling aan de minister van:

  • a.

    elke wijziging in de begroting die voor meer dan 10% afwijkt van een begrotingspost;

  • b.

    aanzienlijke afwijkingen van het werkplan bij de uitvoering van de activiteiten of werkzaamheden.

7

Vaststelling van de subsidie

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

De minister geeft een beschikking tot subsidievaststelling

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

8

Slotbepalingen

Artikel

23

Artikel

23a

Deze regeling berust op artikel 2 van de Kaderwet LNV-subsidie.

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

28

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling subsidiëring Extra Impuls natuur- en milieu-educatie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen