Besluit van 25 maart 1996, houdende regelen met betrekking tot reis- en verblijfkosten bij dienstreizen van defensiepersoneel

Besluit dienstreizen defensie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 9 januari 1996, nr. PAV2210/96000199;
Gelet op de artikelen 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931, 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet en 2 van de Wet rechtstoestand dienstplichtigen;
De Raad van State gehoord (advies van 12 maart 1996, nr. W07.96.0014);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 20 maart 1996, nr. PAV 6115/96004079;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepaling

In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt, tenzij in dit besluit uitdrukkelijk anders is bepaald, verstaan onder:

  • a.

    ministerie: Ministerie van Defensie;

  • b.

    commandant: de bij ministeriële regeling aan te wijzen functionarissen;

  • c.

    de dienstreiziger:

    voor zover de onder 1° of 2° genoemde een dienstreis maakt;

  • d.

    de dienstreis: de door de commandant aan de dienstreiziger in verband met dienstverrichting opgedragen noodzakelijke reis en het daarmee samenhangende verblijf;

  • e.

    een plaats van tewerkstelling: een gebouw, gebouwencomplex, terrein of vaartuig, of een andere door de commandant aan te wijzen plaats, waar of van waaruit de dienstreiziger gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;

  • f.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer per trein, metro, tram, bus, auto, pont, (veer)boot of vliegtuig volgens een dienstregeling, dan wel met de treintaxi;

  • g.

    van overheidswege: vanwege of voor rekening van het rijk of van een ander Nederlands publiekrechtelijk of semi-publiekrechtelijk lichaam;

  • h.

    dienstvervoer: vervoer dat van overheidswege of vanwege een buitenlandse mogendheid, een buitenlandse krijgsmacht of een internationale organisatie ter beschikking is gesteld;

  • i.

    Europa: Europa inclusief Turkije.

Artikel

2

Afwijking van dit besluit

Onze Minister van Defensie kan in geval van buitengewone omstandigheden tijdelijk afwijken van hetgeen bij of krachtens dit besluit is bepaald, indien en voor zolang dit met het oog op de goede uitvoering van de operationele taken van de krijgsmacht noodzakelijk wordt geacht.

Artikel

3

Niet-toepasselijkheid van het besluit

Artikel

4

Algemene uitvoering dienstreis

Artikel

5

Begin en einde dienstreis

Artikel

6

Binnen- en buitenlandse dienstreis

Een dienstreis die in Nederland is begonnen en waarbij het reisgedeelte buiten Nederland beperkt is of waarbij de grensoverschrijding niet noodzakelijkerwijs leidt tot gebruik van maaltijden of logies in een gebied buiten Nederland, wordt voor de toepassing van dit besluit aangemerkt als een dienstreis binnen Nederland.

Hoofdstuk

2

Kostenvergoedingen

§

1

Vergoeding van reiskosten

Artikel

7

Openbaar vervoer

Artikel

8

Dienstvervoer

De dienstreiziger die de dienstreis met dienstvervoer maakt, heeft aanspraak op vergoeding van de daarvoor noodzakelijk gemaakte kosten.

Artikel

9

Eigen vervoer

Artikel

10

Niet-noodzakelijk gebruik van eigen motorrijtuig

Vervallen

Artikel

11

Ander vervoer

Vervallen

§

2

Vergoeding van verblijfkosten en andere kosten

Artikel

12

Aard van de verblijfkosten en de andere kosten

Artikel

13

Beperking van aanspraak op vergoeding van verblijfkosten

§

3

Vergoeding van reis- en verblijfkosten in bijzondere situaties

Artikel

13a

Opkomst in werkelijke dienst

De aanspraak op reiskosten voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling en terug van een militair, aangesteld bij het reservepersoneel, die ingevolge een oproep van Onze Minister in werkelijke dienst moet komen, wordt berekend op de voet van dit besluit.

Artikel

14

Detachering

Hoofdstuk

3

Diverse bepalingen; slotbepalingen

Artikel

15

Reisdeclaratie

Artikel

15a

Mandaatverlening

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in hoofdstuk 2 kan mandaat worden verleend aan de hoofddirecteur personeel van het Ministerie van Defensie.

Artikel

16

Hardheidsclausule

Onze Minister van Defensie kan de artikelen 12, 13 en 15, tweede lid buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de vergoeding van verblijfkosten voor de dienstreiziger zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel

17

Algemene overgangsbepaling

Vervallen

Artikel

18

Afbouwregelingen

Artikel

19

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

20

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

21

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

22

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

23

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

24

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

25

Intrekking besluiten

Artikel

26

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1996.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad wordt geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Defensie, J. J. C. Voorhoeve
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager