Wet van 18 april 1996, houdende een instellingsregeling voor het Centraal bureau en de Centrale commissie voor de statistiek (Wet op het Centraal bureau en de Centrale commissie voor de statistiek)

Wet op het Centraal bureau en de Centrale commissie voor de statistiek

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij wet regels te stellen omtrent de instelling van het Centraal bureau voor de statistiek en de Centrale commissie voor de statistiek, alsmede inzake de verwerving, het gebruik en de verstrekking van gegevens in het kader van de statistische informatievoorziening;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK

1

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;

  • b.

    CBS: het Centraal bureau voor de statistiek;

  • c.

    commissie: de Centrale commissie voor de statistiek;

  • d.

    directeur-generaal: de directeur-generaal van de statistiek.

HOOFDSTUK

2

HET CBS

§

1

Instelling en taak

Artikel

2

Er is een Centraal bureau voor de statistiek, dat ressorteert onder Onze Minister.

Artikel

3

Het CBS heeft tot taak het verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken.

§

2

Leiding

Artikel

4

§

3

Meerjarenprogramma en werkprogramma

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

De directeur-generaal bepaalt de methoden waarmee de in de werk- en meerjarenprogramma's opgenomen onderzoeken worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de resultaten van die onderzoeken worden openbaar gemaakt. Onze Minister geeft hem hiertoe geen aanwijzingen.

§

4

Verwerving van gegevens

Artikel

9

Artikel

10

§

5

Gebruik van gegevens; geheimhouding

Artikel

11

§

6

Verstrekking van gegevens

Artikel

12

In afwijking van artikel 11 verstrekt het CBS gegevens aan een dienst of een instelling, ingesteld of opgericht bij of krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, voor zover daartoe een verplichting geldt ingevolge een op grond van dat verdrag vastgestelde verordening, richtlijn of beschikking.

Artikel

13

Artikel

14

Het CBS willigt een verzoek om verstrekking van gegevens als bedoeld in artikel 13 slechts in, indien de verzoeker naar het oordeel van het CBS voldoende maatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat aan hem te verstrekken gegevens voor andere werkzaamheden dan statistisch of wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt.

§

7

Werkzaamheden voor derden

Artikel

15

Het CBS kan in incidentele gevallen werkzaamheden voor derden verrichten. Onze Minister ziet er op toe dat de in de eerste volzin genoemde werkzaamheden niet leiden tot concurrentievervalsing ten opzichte van private aanbieders van vergelijkbare diensten.

HOOFDSTUK

3

DE COMMISSIE

§

1

Instelling, taak en bevoegdheden

Artikel

16

Er is een Centrale commissie voor de statistiek.

Artikel

17

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    het bevorderen van de coördinatie van de statistische informatievoorziening van rijkswege;

  • b.

    het bevorderen van de nauwkeurigheid en de volledigheid van de van rijkswege openbaar te maken statistieken.

Artikel

18

Artikel

19

Spoedeisende gevallen uitgezonderd wordt door een van Onze ministers slechts een nieuw statistisch onderzoek ingesteld of in een onderzoek dat reeds plaatsvindt wijziging gebracht, nadat de commissie is gehoord.

§

2

Samenstelling

Artikel

20

§

3

Benoeming, zittingsduur en ontslag

Artikel

21

Artikel

22

§

4

Werkwijze

Artikel

23

Artikel

24

Ter uitvoering van haar taak kan de commissie zich rechtstreeks tot derden wenden tot het verkrijgen van de inlichtingen die zij behoeft.

Artikel

25

De commissie kan de voorbereiding van bepaalde beslissingen, dan wel beslissingen op een bepaald terrein, opdragen aan al dan niet uit haar midden ingestelde subcommissies of aan de directeur-generaal.

Artikel

26

De voorzitter van de commissie kan in spoedeisende gevallen de in artikel 7, eerste lid, bedoelde bevoegdheid van de commissie, voor zover het een wijziging van het werkprogramma betreft, en de in de artikelen 18 en 19 bedoelde bevoegdheden uitoefenen.

Artikel

27

Artikel

28

Beslissingen van de commissie worden genomen overeenkomstig het standpunt van de meerderheid van de leden.

Artikel

29

De commissie verstrekt desgevraagd aan Onze Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. Onze Minister kan inzage verlangen van zakelijke gegevens en bescheiden voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

HOOFDSTUK

4

BEGROTING, VERSLAG EN EVALUATIE VAN CBS EN COMMISSIE

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

Telkens binnen zes jaar brengt de commissie een rapport uit aan Onze Minister waarin de taakvervulling van de commissie aan een onderzoek wordt onderworpen en voorstellen kunnen worden gedaan voor gewenste veranderingen.

HOOFDSTUK

5

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel

33

Bij de eerste benoeming van de leden van de commissie na inwerkingtreding van deze wet doet Onze Minister de voordracht zonder een aanbeveling daartoe door de commissie.

Artikel

34

Het koninklijk besluit van 9 januari 1899 betreffende het Centrale Bureau en de Centrale Commissie voor de Statistiek, wordt ingetrokken.

Artikel

35

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

36

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op het Centraal bureau en de Centrale commissie voor de statistiek.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, G. J. Wijers
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager