Besluit Tica inzake betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging van boeten en onverschuldigd betaalde uitkering

Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming,

Besluit:

I

Definities

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    WW: Werkloosheidswet;

  • b.

    ZW: Ziektewet;

  • c.

    WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

  • d.

    WAZ: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

  • e.

    Wajong: Wet op arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,

  • f.

    TW: Toeslagenwet;

  • g.

    schuldenaar: degene aan wie een boete is opgelegd of van wie een bedrag wordt teruggevorderd;

  • h.

    boete: een boete als bedoeld in het eerste lid van de artikelen 27a van de WW, 45a van de ZW, 29a van de WAO, 48 van de WAZ, 40 van de Wajong en 14a van de TW;

  • i.

    vordering: het bedrag dat wordt teruggevorderd op grond van de artikelen 36 van de WW, 33 van de ZW, 57 van de WAO, 63 van de WAZ, 55 van de Wajong of 20 van de TW of het bedrag dat als boete is opgelegd.

  • j.

    wettelijke rente en de kosten van invordering: de wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, bedoeld in het zevende lid van de artikelen 27g van de WW, 45g van de ZW, 29g van de WAO, 54 van de WAZ, 46 van de Wajong en 14g van de TW;

  • k.

    aflossingscapaciteit: het deel van het inkomen van de schuldenaar dat met inachtneming van de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kan worden aangewend voor betaling of verrekening van de vordering;

    Indien de schuldenaar is gehuwd, wordt het tot de gemeenschap behorende inkomen van de echtgenoot tot het inkomen gerekend. De beslagvrije voet wordt dan niet verminderd met het inkomen van de echtgenoot.

  • l.

    vermogen: vermogensrechten, onroerende en roerende zaken waarvan de dagwaarde per zaak € 1 134 of meer bedraagt. De gebruikelijke huisraad valt niet onder vermogen;

  • m.

    inlichtingenplicht: de verplichting, bedoeld in de artikelen 25 van de WW, 31, eerste lid, van de ZW, 49 van de ZW, 80 van de WAO, 70 van de WAZ 62 van de Wajong en 12 van de TW.

  • n.

    bijstandsnorm: de voor de schuldenaar op grond van artikel 29 t/m 33 van de Algemene bijstandswet geldende bijstandsnorm.

II

Termijn of termijnen waarbinnen moet worden betaald

Artikel

2

Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt de termijnen waarbinnen de vordering wordt verrekend of betaald vast met inachtneming van dit besluit.

Artikel

3

Als de schuldenaar recht heeft op een nabetaling van het Landelijk instituut sociale verzekeringen, de Sociale Verzekeringsbank of een gemeente dient de vordering terstond te worden voldaan door verrekening met de nabetaling.

Vervolgens wordt de vordering voor zover mogelijk voldaan door verrekening met een lopende uitkering. Als dit niet mogelijk is vindt aflossing plaats door betaling in termijnen door de schuldenaar.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 7, wordt de periodieke betaling of verrekening gesteld op de volledige aflossingscapaciteit verminderd met 5 % van de bijstandsnorm, indien de schuldenaar de vordering na vijf jaar niet volledig heeft voldaan met inachtneming van de conform de vorige artikelen vastgestelde termijnen.

Artikel

9

Indien de schuldenaar op enig tijdstip niet volgens de vastgestelde termijnen betaalt, wordt de vordering opeisbaar.

Artikel

10

Indien de schuldenaar de verplichting, bedoeld in de artikelen 36, vierde lid, van de WW, 33, vierde lid, van de ZW, 57, vierde lid, van de WAO, 63, vijfde lid, van de WAZ, 55, vierde lid, van de Wajong, 20, vierde lid, van de TW, 27a, vierde lid, van de WW, 45a, vierde lid, van de ZW, 29a, vierde lid, van de WAO, 48, vierde lid, van de WAZ, 40, vierde lid, van de Wajong of 14a, vierde lid, van de TW, niet nakomt, wordt de vordering opeisbaar.

Artikel

11

Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan de vastgestelde termijnen herzien wegens gewijzigde omstandigheden met inachtneming van dit besluit.

III

Rente en kosten

Artikel

12

IV

Toerekening van betalingen

Artikel

13

V

Hardheidsclausule

Artikel

14

In geval de toepassing van dit besluit leidt tot een kennelijke hardheid is het Landelijk instituut sociale verzekeringen bevoegd van het gestelde in dit besluit af te wijken.

VI

Slotbepalingen

Artikel

15

Dit besluit is niet van toepassing op de in artikel 62 van de WAO geregelde loonkostensubsidie.

Artikel

16

Indien het bij koninklijke boodschap van 21 september 1994 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de sociale zekerheidswetten in verband met de nadere vaststelling van een stelsel van administratieve sancties, alsook tot wijziging van de daarin vervatte regels tot terugvordering van ten onrechte betaalde uitkering en de invordering daarvan (Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid; Kamerstukken II, 1994/1995, nr. 23 909) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking. Indien dit besluit na inwerkingtreding van genoemde wet wordt bekend gemaakt in de Staatscourant, treedt dit besluit in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

17

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Tica inzake betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging van boeten en onverschuldigd betaalde uitkering.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Amsterdam
J. Ruiter plv. voorzitter