ARTIKEL
I
Wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Wijzigt Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Wijzigt de Wet op de jeugdhulpverlening.
Wijzigt de Pleegkinderenwet.
Wijzigt de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen.
Wijzigt de Uitvoeringswet verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen.
Wijzigt de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.
Wijzigt de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
Wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
In zaken, daaronder begrepen procedures, waarin tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een raad voor de kinderbescherming optreedt, treedt de landelijke raad voor de kinderbescherming in zijn plaats.
In zaken, daaronder begrepen procedures, waarin tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de raad voor de kinderbescherming te Amsterdam op grond van artikel 239, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet, optreedt, treedt de landelijke raad voor de kinderbescherming in zijn plaats.
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.