Besluit van 21 juni 1996, houdende vaststelling van het Organisatiebesluit voor de raad voor de kinderbescherming (Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming)

Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 7 februari 1996, nr. 538869/96/6;
Gelet op artikel 238, vijfde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
De Raad van State gehoord (advies van 15 maart 1996, nr. W03.96.0057);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 14 juni 1996, nr. 550405/96/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

2a

Vervallen

Artikel

2b

Vervallen

Artikel

3

Het Organisatiebesluit raden voor de kinderbescherming 1982 wordt ingetrokken.

Artikel

4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de wet houdende wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met reorganisatie van de raden voor de kinderbescherming in werking treedt.

Artikel

5

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Justitie, E. M. A. Schmitz
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager