Wet van 12 september 1996 tot wijziging van de Wet op de dierproeven

Wijzigingswet Wet op de dierproeven 1997

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (86/609/EEG, PbEG 358) noopt tot een wijziging van de Wet op de dierproeven, terwijl ook andere ontwikkelingen zodanige wijziging wenselijk maken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL

I

Wijzigt de Wet op de dierproeven.

ARTIKEL

II

Voor degene voor wie op het tijdstip waarop het bij deze wet in de Wet op de dierproeven ingevoegde artikel 11a, eerste lid, in werking treedt, het fokken of afleveren van dieren met het oog op dierproeven tot het terrein van zijn werkzaamheden behoort, geldt het in dat lid gestelde verbod niet gedurende drie maanden na bedoeld tijdstip, en, indien binnen die termijn een aanvraag om een vergunning als in dat lid bedoeld is ingediend, voorts niet totdat de beschikking waarbij op de aanvraag wordt beslist, onherroepelijk is geworden. Artikel 4, eerste lid, van de Wet op de dierproeven blijft met betrekking tot zodanige aanvraag buiten toepassing.

ARTIKEL

III

De tekst van de Wet op de dierproeven wordt door de zorg van Onze Minister van Justitie in het Staatsblad geplaatst.

ARTIKEL

IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. G. Terpstra
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager