ARTIKEL
I
Wijzigt de Wet op de dierproeven.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Wet op de dierproeven.
Voor degene voor wie op het tijdstip waarop het bij deze wet in de Wet op de dierproeven ingevoegde artikel 11a, eerste lid, in werking treedt, het fokken of afleveren van dieren met het oog op dierproeven tot het terrein van zijn werkzaamheden behoort, geldt het in dat lid gestelde verbod niet gedurende drie maanden na bedoeld tijdstip, en, indien binnen die termijn een aanvraag om een vergunning als in dat lid bedoeld is ingediend, voorts niet totdat de beschikking waarbij op de aanvraag wordt beslist, onherroepelijk is geworden. Artikel 4, eerste lid, van de Wet op de dierproeven blijft met betrekking tot zodanige aanvraag buiten toepassing.
De tekst van de Wet op de dierproeven wordt door de zorg van Onze Minister van Justitie in het Staatsblad geplaatst.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.