Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a.
UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
-
b.
ZW: Ziektewet;
-
c.
Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
- d.
-
e.
boete: de boete bedoeld in artikel 38, vierde lid, de boete bedoeld in artikel 38a, zesde lid en de boete bedoeld in artikel 63, negende lid, van de ZW;
-
f.
verhaalde bedrag: het bedrag dat het UWV op de werkgever of eigenrisicodrager verhaalt op grond van artikel 39a, eerste lid of artikel 63a, derde, vierde of vijfde lid, van de ZW, artikel 71, tweede lid, artikel 75a, vierde lid, 75b, zevende lid, of 75f, eerste lid, van de WAO, artikel 72, tweede lid, 83, derde lid of artikel 84, tweede of vierde lid, van de Wet WIA;
-
g.
vordering:
-
1°.
het bedrag dat als boete is opgelegd;
-
2°.
het bedrag van een aan de werkgever verstrekt reïntegratie-instrument dat wordt teruggevorderd op grond van artikel 77 van de Wet WIA;
-
3°.
het verhaalde bedrag;
-
1°.
-
h.
wettelijke rente en de kosten van invordering: de wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten bedoeld in artikel 45g, zevende lid, van de ZW, artikel 29g, zesde lid, van de WAO en 96, zesde lid, van de Wet WIA;
-
i.
werkgever: de werkgever of eigenrisicodrager aan wie de boete is opgelegd, van wie een bedrag wordt teruggevorderd of op wie een bedrag wordt verhaald.