Besluit incasso boeten en onverschuldigde betalingen werkgevers

Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming.
Gelet op artikel 38, vierde lid, in samenhang met artikel 45c, derde lid, van de Ziektewet en artikel 71a, vijfde lid, in samenhang met artikel 29c, derde lid, en artikel 62, zevende lid, in samenhang met artikel 57b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 48b van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet;

Besluit:

I

Definities

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

II

Termijn of termijnen waarbinnen moet worden betaald

Artikel

2

Het UWV stelt de termijn waarbinnen de vordering moet worden betaald of verrekend op zes weken.

Artikel

3

Artikel

4

Indien de werkgever op enig tijdstip niet volgens de vastgestelde termijnen betaalt,

  • 1.

    wordt het bedrag van de vordering voorzover niet afgelost opeisbaar;

  • 2.

    verrekent het UWV de vordering voorzover niet afgelost, eventueel vermeerderd met de wettelijke rente en de kosten van invordering, waar mogelijk met de door het UWV aan de werkgever verschuldigde bedragen.

III

Rente en kosten

Artikel

5

IV

Hardheidsclausule

Artikel

6

In geval de toepassing van dit besluit leidt tot een kennelijke hardheid, kan van het gestelde in dit besluit worden afgeweken.

V

Slotbepalingen

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 25 april 1996 tot wijziging van de sociale zekerheidswetten in verband met de nadere vaststelling van een stelsel van administratieve sancties, alsook tot wijziging van de daarin vervatte regels tot terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen en de invordering daarvan (wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid; Stb. 1996, 248) in werking treedt. Indien dit besluit na inwerkingtreding van genoemde wet wordt bekend gemaakt in de Staatscourant, treedt dit besluit in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit incasso boeten en onverschuldigde betalingen werkgevers.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam
J.F. Buurmeijer, voorzitter.