Wet van 21 oktober 1996, houdende regeling van de taakuitoefening door het RIVM (Wet op het RIVM)

Wet op het RIVM

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is wettelijk te regelen dat het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu zijn taken ten behoeve van de beleidsontwikkeling en het toezicht op het terrein van de volksgezondheid en het terrein van het milieu zelfstandig uitoefent;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK

1

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b.

    RIVM: het rijksinstituut, bedoeld in artikel 2;

  • c.

    de directeur-generaal: de directeur-generaal van het RIVM, genoemd in artikel 2.

HOOFDSTUK

2

INSTELLING, TAAK EN WERKWIJZE

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De directeur-generaal stelt periodiek een meerjarenprogramma voor onderzoek, innovatie en expertiseontwikkeling op dat hij noodzakelijk acht voor het verwerven van inzichten en de ontwikkeling van methoden om de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, adequaat te kunnen uitvoeren.

Artikel

5

Onze Minister geeft aan de directeur-generaal geen aanwijzingen met betrekking tot de methoden, volgens welke de onderzoeken, bedoeld in artikel 3, worden uitgevoerd en de resultaten daarvan worden gerapporteerd.

HOOFDSTUK

3

COMMISSIE VAN TOEZICHT

Artikel

7

HOOFDSTUK

4

SLOTBEPALINGEN

Artikel

8

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

9

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op het RIVM.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha de Boer
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager