Besluit toezicht en opsporing vervoer gevaarlijke stoffen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Handelende mede namens de Ministers van Justitie, van Defensie, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en de staatssecretarissen van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Besluit:

§

1

Toezicht op de naleving van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

Artikel

3

Als ambtenaren in de zin van artikel 34, derde lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen worden aangewezen:

  • a.

    de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Schepenwet, voor zover het betreft:

    • het vervoer per zeeschip over de binnenwateren,

    • bouw, inrichting en uitrusting van schepen;

  • b.

    de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane;

  • c.

    de controle-ambtenaren van de Keuringsdienst van Waren, voor zover het toezicht kan worden uitgeoefend in samenhang met de werkzaamheden waartoe zij inzake vuurwerk bevoegd zijn.

§

2

Opsporing

Artikel

6

Als ambtenaren, bedoeld in artikel 44, eerste lid, onderdeel c, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, worden aangewezen, voor zover zij zijn beëdigd als buitengewoon opsporingsambtenaar:

  • a.

    de ambtenaren bedoeld in artikel 3;

  • b.

    de ambtenaren van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor zover belast met de inspectie van de milieuhygiëne;

  • c.

    de aan de afdeling Gevaarlijke Stoffen en Milieu van het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam verbonden inspecteurs;

  • d.

    de medewerkers van de Directie Scheepvaart van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam.

§

3

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

7

Ingetrokken worden de beschikkingen van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 16 januari 1980 (Stcrt. 25), van 17 maart 1980 (Stcrt. 67), en van 11 maart 1986 (Stcrt. 58), alsmede de regelingen van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 18 juni 1991 (Stcrt. 119) en van 11 februari 1994 (Stcrt. 37), alle houdende aanwijzing van ambtenaren als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel e, van de Wet Gevaarlijke Stoffen.

Artikel

8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit toezicht en opsporing vervoer gevaarlijke stoffen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Tegen dit besluit staan voor belanghebbenden bezwaar en beroep open ingevolge de Algemene wet bestuursrecht. Het gemotiveerde bezwaarschrift moet binnen zes weken na de bekendmaking van deze beschikking worden ingediend bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, t.a.v. het Directoraat-Generaal voor het Vervoer, Hoofdafdeling Transport Gevaarlijke Stoffen en Externe Veiligheid, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink