Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben dat de behoefte aan wettelijke middelen ter bescherming van waterstaatswerken in beheer bij het Rijk en ter verzekering van het doelmatig en veilig gebruik van die werken, alsook de inzichten inzake hetgeen daaromtrent regeling dient te vinden bij wet, zodanig zijn gewijzigd, dat het gewenst is daarvoor een nieuwe wettelijke regeling vast te stellen;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: