Besluit van 25 november 1996 tot vaststelling van regels voor het na gebruik innemen en verder verwijderen van landbouwfolie en tuinbouwfolie (Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolie)

Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 5 februari 1996, nr. MJZ 96007627, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 10.4, eerste lid, tweede lid, onder e, zesde lid en zevende lid, en 10.8 van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 30 juli 1996, no. W08.96.0052);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 november 1996, MJZ 96066031, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    landbouwfolie: kunststoffolie die wordt toegepast in de landbouw voor het in opslag houden van veevoer, waartoe in ieder geval maïs en gemaaid gras worden gerekend, en die behoort tot een door Onze Minister bij ministeriële regeling aangewezen categorie;

  • b.

    tuinbouwfolie: kunststoffolie die wordt toegepast in de glastuinbouw en de vollegrondsgroenteteelt, en die behoort tot een door Onze Minister bij ministeriële regeling aangewezen categorie;

  • c.

    producent: degene die landbouwfolie of tuinbouwfolie vervaardigt en in Nederland aan een ander ter beschikking stelt;

  • d.

    importeur: degene die landbouwfolie of tuinbouwfolie in Nederland invoert en in Nederland aan een ander ter beschikking stelt.

Artikel

2

Een producent of importeur draagt er zorg voor dat de door hem in Nederland op de markt gebrachte landbouwfolie of tuinbouwfolie na gebruik wordt ingenomen en verder wordt verwijderd.

Artikel

3

Een producent of importeur doet binnen twaalf weken nadat de in artikel 2 bedoelde verplichting op hem van toepassing is geworden, aan Onze Minister mededeling over de wijze waarop hij uitvoering zal geven aan de daar bedoelde verplichting. Bij de mededeling wordt in ieder geval aangegeven:

  • a.

    de wijze waarop de inname en verdere verwijdering van de landbouwfolie of tuinbouwfolie plaatsvindt en de daarbij te verwezenlijken percentages;

  • b.

    de wijze van financiering van de verwijderingsstructuur;

  • c.

    de maatregelen die zijn of worden getroffen om de inname en verdere verwijdering zeker te stellen in geval een producent of importeur ophoudt met het in Nederland op de markt brengen van landbouwfolie of tuinbouwfolie;

  • d.

    het meet- en monitoringsysteem.

Artikel

4

Artikel

5

Zolang geen goedkeuring is verleend, draagt een producent of importeur er zorg voor dat de door hem in Nederland op de markt gebrachte landbouwfolie of tuinbouwfolie na gebruik wordt ingenomen en bewaard.

Artikel

6

Artikel

7

Dit besluit is niet van toepassing op landbouwfolie of tuinbouwfolie die voor het tijdstip waarop dit besluit daarop van toepassing wordt, is vrijgekomen.

Artikel

8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha de Boer
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager