Wet van 29 november 1996, houdende regels met betrekking tot de veiligheid van pleziervaartuigen (Wet pleziervaartuigen)

Wet pleziervaartuigen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op richtlijn nr. 94/25/EG van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 16 juni 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten met betrekking tot pleziervaartuigen (PbEG L 164), noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot de veiligheid van pleziervaartuigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Hoofdstuk

2

Algemene verplichtingen

Artikel

3

Artikel

4

Hoofdstuk

3

De procedure van overeenstemmingsbeoordeling

§

1

Verplichtingen van de fabrikant of diens gemachtigde

Artikel

5

Artikel

6

De fabrikant of diens gemachtigde voegt de verklaring van overeenstemming, bedoeld in bijlage XV van de richtlijn, gesteld in de officiële taal of talen van de lidstaat waar het product in de handel wordt gebracht:

  • a.

    bij de handleiding bedoeld in bijlage I, delen A, punt 2.5, en B, punt 4, van de richtlijn;

  • b.

    bij onderdelen van pleziervaartuigen.

Artikel

7

Artikel

7a

De CE-markering van overeenstemming geeft tevens aan, dat het desbetreffende product voldoet aan alle andere regelingen ter uitvoering van communautaire richtlijnen met betrekking tot dat product. Indien echter in een of meer van deze andere regelingen ter uitvoering van communautaire richtlijnen de fabrikant gedurende een overgangsperiode de keuze heeft van de toe te passen regeling, geeft de CE-markering slechts aan dat aan de voorschriften van de door de fabrikant toegepaste regeling is voldaan. In dat geval worden de in het Publikatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte referenties van de toegepaste communautaire richtlijnen vermeld op de in die richtlijnen voorgeschreven bescheiden, handleidingen of gebruiksaanwijzingen die bij het product zijn gevoegd.

Artikel

7b

§

2

De keuringsinstanties

Artikel

8

Artikel

9

Onze Minister stelt de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de andere lid-staten van de Europese Unie en de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte in kennis van een aanwijzing of een intrekking ingevolge artikel 8 en vermeldt in geval van een aanwijzing de aan de desbetreffende instantie toegekende taken en het door de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan die instantie toegekende identificatienummer.

Artikel

10

Een keuringsinstantie, aangewezen ingevolge artikel 8, eerste lid, is bevoegd om met inachtneming van bij ministeriële regeling gegeven voorschriften, beproevingen en controles door anderen te doen verrichten.

Artikel

11

Artikel

12

§

3

Bijzondere bepalingen

Artikel

13

De fabrikant of diens gemachtigde verleent een keuringsinstantie of de door deze ingevolge artikel 10 aangewezen persoon of personen alle medewerking voor zover dat noodzakelijk is ten behoeve van de uitvoering van de desbetreffende procedure van overeenstemmingsbeoordeling en de uitoefening van andere in deze wet bedoelde taken.

Artikel

14

Hoofdstuk

4

Bijzondere bepalingen inzake het vrije verkeer van pleziervaartuigen

Artikel

15

Artikel

16

Hoofdstuk

5

Verbodsbepalingen

Artikel

17

Hoofdstuk

6

Toezicht

Artikel

18

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Hoofdstuk

7

Overgangsbepalingen

Artikel

24

Artikel

24a

Hoofdstuk

8

Slotbepalingen

Artikel

25

Een wijziging van richtlijn nr. 94/25/EG gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

26

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

27

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

28

Deze wet wordt aangehaald als: Wet pleziervaartuigen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager