Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Verkeer en Waterstaat.
de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Verkeer en Waterstaat.
de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
De bevoegdheid van de minister tot het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 131, eerste, tweede, derde lid, onder a, b en c, vijfde en zesde lid, 132, tweede lid, 133, eerste en vierde lid, 134, eerste, derde, vierde en vijfde lid, en 149, tweede lid onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 alsmede in artikel 49, derde lid, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt gemandateerd aan:
het hoofd van de Divisie Vorderingen van het CBR, en
de Chef Sector juridisch van de Divisie vorderingen van het CBR.
De bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften, ingediend tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt gemandateerd aan:
het Hoofd Juridische zaken van het CBR, en
de Algemeen Directeur van het CBR.
De Chef Sector juridisch van de Divisie vorderingen van het CBR en de Algemeen Directeur van het CBR maken van het hun verleende mandaat uitsluitend gebruik bij afwezigheid van het Hoofd van de Divisie vorderingen van het CBR, onderscheidenlijk van het Hoofd Juridische zaken van het CBR.
De stukken die op grond van deze regeling worden afgedaan en ondertekend door een van de functionarissen, genoemd in de artikelen 2 en 3, worden gesteld op briefpapier van het ministerie van Verkeer en Waterstaat met het hoofd:
’MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT’.
De artikelen 10:1, 10:2, 10:4, 10:6, 10:7, 10:8, 10:10 en 10:12 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Stb. 1996, 333) zijn, indien zij nog niet in werking zijn getreden, van toepassing op deze mandaatregeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling mandaat CBR
Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.