Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende mandatering van ministeriële bevoegdheden met betrekking tot maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid en ontheffing draagplicht autogordel aan functionarissen van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Regeling mandaat CBR

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
minister:

de Minister van Verkeer en Waterstaat.

b.
CBR:

de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Artikel

2

Artikel

3

De bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften, ingediend tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt gemandateerd aan:

  • a.

    het Hoofd Juridische zaken van het CBR, en

  • b.

    de Algemeen Directeur van het CBR.

Artikel

4

De Chef Sector juridisch van de Divisie vorderingen van het CBR en de Algemeen Directeur van het CBR maken van het hun verleende mandaat uitsluitend gebruik bij afwezigheid van het Hoofd van de Divisie vorderingen van het CBR, onderscheidenlijk van het Hoofd Juridische zaken van het CBR.

Artikel

5

Artikel

7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

8

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling mandaat CBR

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink