Artikel
1
In deze wet en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan onder:
-
a.
beperkt huursubsidiebericht: een schriftelijke kennisgeving van Onze Minister aan een huurder met gegevens over samenstelling van het huishouden, inkomen en vermogen;
-
b.
burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van de gemeente waar de woning gelegen is waarop de huursubsidie of de bijzondere bijdrage in de huurlasten, bedoeld in artikel 26b, betrekking heeft;
-
c.
huurcommissie: de huurcommissie, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de huurcommissies;
-
d.
huurder: persoon die zijn hoofdverblijf heeft in:
-
1°.
een door hem gehuurde woning, daaronder begrepen een woonwagen, tenzij de overeenkomst van huur en verhuur een gebruik van de woning betreft dat naar zijn aard slechts van korte duur is; of
-
2°.
een krachtens de Huisvestingswet gevorderde en toegewezen woning;
-
1°.
-
e.
huurprijs: de prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woning;
-
f.
huursubsidie: een financiële bijdrage krachtens deze wet, met uitzondering van artikel 26b, ter tegemoetkoming in de kosten van het huren van een woning;
-
g.
huursubsidiebericht: een schriftelijke kennisgeving van Onze Minister aan een huurder met gegevens over samenstelling van het huishouden, huurprijs, inkomen, vermogen en op basis van die gegevens berekende huursubsidie;
-
h.
medebewoner: persoon die zijn hoofdverblijf heeft op hetzelfde adres als de huurder, en die geen onderhuurder is noch tot het huishouden van de onderhuurder behoort;
-
i.
onderhuurder: persoon aan wie de huurder, op basis van een schriftelijke overeenkomst, een deel van de woning heeft verhuurd en die niet is de echtgenoot of geregistreerde partner van de huurder, of een bloed- of aanverwant in de eerste graad van de huurder of van zijn echtgenoot of geregistreerde partner;
-
j.
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
-
k.
peildatum: de eerste dag van het subsidietijdvak;
-
l.
peiljaar: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het subsidiejaar;
-
m.
rekenhuur, rekeninkomen, rekenvermogen: de rekenhuur, het rekeninkomen, en het rekenvermogen, bedoeld in artikel 5, artikel 3 onderscheidenlijk artikel 4;
-
n.
subsidiejaar: het tijdvak dat loopt van 1 juli tot en met 30 juni van het daaropvolgende jaar;
-
o.
subsidietijdvak:
-
1°.
het subsidiejaar, als degene die huursubsidie aanvraagt of een huursubsidiebericht of beperkt huursubsidiebericht ontvangt op of voor de aanvang van dit jaar huurder van de desbetreffende woning is geworden;
-
2°.
de resterende volle kalendermaanden van het subsidiejaar, als degene die huursubsidie aanvraagt of een huursubsidiebericht of beperkt huursubsidiebericht ontvangt gedurende dat jaar huurder van de desbetreffende woning is geworden;
-
1°.
-
p.
woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder e, van de Woningwet, zonder eigen aandrijving.