De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op artikel 7 van het Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer en de artikelen 8a, 8c, tweede en derde lid, 12b, derde lid, 13, eerste en tweede lid, en 17, tweede lid, van het Bijdragenbesluit openbare lichamen milieubeheer;
programma van maatregelen als bedoeld in artikel 13, vierde lid, van het Subsidiebesluit;
g.
autonome sanering:
in het kader van de sanering wegverkeerslawaai of spoorweglawaai treffen van geluidwerende maatregelen met het uitsluitende oogmerk de geluidsbelasting, vanwege een weg of een spoorweg, te beperken;
h.
gekoppelde sanering:
in het kader van de sanering wegverkeerslawaai of spoorweglawaai treffen van geluidwerende maatregelen met een ander oogmerk dan uitsluitend de beperking van de geluidsbelasting, vanwege een weg of een spoorweg;
indicatie van de kosten van de te treffen maatregelen als bedoeld onder e en f;
k.
project:
samenhangend geheel van de te treffen maatregelen als bedoeld in hoofdstuk 2, Afdelingen 2 en 3, van het Subsidiebesluit ten aanzien van één of meer woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen;
l.
budgetregeling:
subsidieregeling ten behoeve van geluidwerende maatregelen aan woningen als bedoeld in § 2.2. en § 3.2. van het Subsidiebesluit.
2
In deze regeling wordt onder een met een lettercombinatie aangeduid formulier verstaan: een formulier opgenomen in bijlage I.
Artikel
2
1
Het gemeentebestuur legt aan de minister een saneringsprogramma voor, onder gebruikmaking van formulier WS.
2
Indien het saneringsprogramma verkeersmaatregelen omvat, maakt het gemeentebestuur tevens gebruik van formulier WBa.
3
Indien het saneringsprogramma afschermende maatregelen omvat, maakt het gemeentebestuur tevens gebruik van formulier WBb.
4
Indien het project tevens voorziet in de uitvoering van geluidwerende maatregelen aan woningen, buiten het kader van de budgetregeling, maakt het gemeentebestuur tevens gebruik van formulier GBa, indien er sprake is van autonome sanering, anders van formulier GBb.
5
In afwijking van het eerste lid legt het gemeentebestuur aan de minister een saneringsprogramma met betrekking tot woningen als bedoeld in artikel 9 van het Subsidiebesluit voor, onder gebruikmaking van formulier WM.
6
Bij de in het saneringsprogramma opgenomen kostenindicatie geeft het gemeentebestuur aan in welke kosten reeds op andere wijze wordt voorzien.
7
Het bestuur van een gemeente die aangesloten is bij een samenwerkingsverband zendt een afschrift van het saneringsprogramma aan dit samenwerkingsverband.
Artikel
3
1
Het gemeentebestuur, het bestuur of de spoorwegexploitant legt aan de minister het programma van maatregelen voor, onder gebruikmaking van formulier RS.
2
Indien de maatregelen tegen spoorweglawaai geluidreducerende maatregelen omvatten, maakt het gemeentebestuur, het bestuur of de spoorwegexploitant tevens gebruik van formulier RBa.
3
Indien de maatregelen tegen spoorweglawaai afschermende maatregelen omvat, maakt het gemeentebestuur, het bestuur of de spoorwegexploitant tevens gebruik van formulier RBb.
4
In afwijking van het eerste lid legt het gemeentebestuur aan de minister een programma van maatregelen met betrekking tot woningen als bedoeld in artikel 14 van het Subsidiebesluit voor, onder gebruikmaking van formulier RM.
De in een saneringsprogramma of in een programma van maatregelen opgenomen geluidwerende maatregelen komen, in geval van autonome sanering, slechts voor een subsidie in aanmerking:
a.
indien zij geen wijziging inhouden van de gebruiksmogelijkheden van de uitwendige scheidingsconstructie vóór de sanering;
b.
indien zij een wijziging inhouden van de gebruiksmogelijkheden van de uitwendige scheidingsconstructie vóór de sanering, die niet leidt tot meerkosten die ten laste van de subsidie worden gebracht;
c.
voor zover voor de eventueel aan te brengen ventilatievoorzieningen, waar mogelijk, gebruik is gemaakt van de bestaande ventilatiemogelijkheden, rekening houdend met de eisen die aan het voldoende beperken van de geluidsbelasting worden gesteld, en
d.
tot het bedrag van de werkelijke kosten, zulks met een maximum van het met behulp van bijlage II, onderdeel A, berekende bedrag; bij een eventuele overschrijding van dat bedrag kan ook dat meerdere voor subsidie in aanmerking komen indien die overschrijding naar het oordeel van de minister voldoende onderbouwd is.
Artikel
5
1
De in een saneringsprogramma of in een programma van maatregelen opgenomen geluidwerende maatregelen aan woningen komen, in geval van gekoppelde sanering, uitsluitend voor een subsidie in aanmerking, indien de subsidie niet hoger is dan het bedrag dat is bepaald met behulp van bijlage II, onderdeel B.
2
De minister kan, in geval van bijzondere onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie, op schriftelijk gemotiveerd verzoek van het gemeentebestuur of het bestuur een hogere dan de in het eerste lid bedoelde subsidie verstrekken.
Artikel
6
1
Indien de kostenraming van het project tussen de € 363.025,- en de € 5.000.000,- bedraagt, volgt een subsidieontvanger de gemeentelijke aanbestedingsprocedure. Indien de subsidieontvanger niet beschikt over een gemeentelijke aanbestedingsprocedure, wordt het project opgedragen overeenkomstig het Uniform Aanbestedingsreglement 2001.
2
Indien de kostenraming van het project het bedrag van €363025 niet overschrijdt, volgt een subsidieontvanger de gemeentelijk aanbestedingsprocedure. Indien de subsidieontvanger niet beschikt over een gemeentelijke aanbestedingsprocedure, wordt het project in concurrentie aanbesteed.
3
Een subsidieontvanger draagt tevens zorg voor:
a.
een zodanige administratieve organisatie, dat het beheer van de ontvangen subsidies en de rechtmatigheid en doelmatigheid van de hieruit gedane uitgaven kunnen worden gecontroleerd;
b.
het voeren van een zodanige administratie, dat daaraan te allen tijde op eenvoudige wijze de kosten en de financieringswijze van de maatregelen en activiteiten, waarvoor een subsidie is verstrekt, kunnen worden gecontroleerd;
c.
een functiescheiding van de instanties die worden betrokken bij de voorbereiding en controle van de projecten enerzijds en de uitvoering anderzijds;
d.
het bewaren van de administratie en de daartoe behorende bescheiden gedurende tien jaar na gereedmelding, en
e.
een open calculatie voor het werk van de uitvoerende aannemer, zodanig dat een vergelijking met de uitsplitsing volgens formulier GBa indien er sprake is van autonome sanering, of volgens formulier GBb indien er sprake is van gekoppelde sanering, mogelijk is.
4
Een subsidieontvanger draagt eveneens zorg voor het op verzoek in afschrift toezenden van de volledige administratie aan de minister, indien deze een onderzoek als bedoeld in artikel 10j van het Subsidiebesluit instelt.
5
Indien de administratie, bedoeld in het vierde lid, binnen vier weken na het eerste verzoek daartoe, niet dan wel niet volledig is toegezonden, kan de minister het gemeentebestuur of het bestuur op een daartoe strekkend verzoek schriftelijk uitstel verlenen voor een termijn van ten hoogste vier weken, binnen welke de betreffende stukken alsnog dienen te worden toegezonden.
6
Indien het gemeentebestuur of het bestuur niet binnen de in het vijfde lid bedoelde termijn van uitstel aan zijn verplichtingen voldoet, kan de minister voor iedere week die het gemeentebestuur of het bestuur in gebreke blijft, een gedeelte van de verleende subsidie voor de voorbereiding en begeleiding van de geluidwerende maatregelen en het toezicht daarop als bedoeld in artikel 10e van het Subsidiebesluit terugvorderen. De terugvordering bedraagt per week ten hoogste 2,5% van deze subsidie.
7
Indien het gemeentebestuur of het bestuur de in het vijfde lid bedoelde termijn van uitstel met twaalf weken overschrijdt, kan de minister ten minste 50% en ten hoogste 100% terugvorderen van de in het zesde lid bedoelde subsidie.
§
2
Geluidwerende maatregelen aan woningen (budgetregeling)
Artikel
6a
1
Een subsidie-ontvanger verstrekt de minister jaarlijks voor 1 februari van het jaar direct volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend, onder gebruikmaking van formulier GF, de in artikel 10h, eerste lid, van het Subsidiebesluit gevraagde gegevens.
2
Onverminderd het eerste lid kan de subsidie-ontvanger tot 1 februari 2001, onder gebruikmaking van formulier GF, tevens de in het eerste lid bedoelde gegevens over meer voorafgaande jaren verstrekken, voor zover hij deze gegevens niet eerder heeft verstrekt.
Artikel
7
Een subsidie-ontvanger legt ingevolge artikel 10g, juncto artikel 8a van het Subsidiebesluit, ten behoeve van de verantwoording van en de controle op de subsidie,
a.
rekening en verantwoording af over de feitelijke besteding van de verstrekte subsidie in het voorgaande kalenderjaar op formulier GJ, en
b.
een verklaring van getrouwheid over van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, volgens model 1 opgenomen in bijlage III.
Artikel
8
Een subsidie-ontvanger legt een dossier aan, waarin - afhankelijk van de fase van uitvoering van het project - ten minste de volgende gegevens zijn opgenomen:
a.
In de fase van de projectvoorbereiding:
1º.
een schriftelijke verklaring, waarin is aangegeven wat de directe aanleiding voor het starten van project is, te weten:
de sanering van verkeerslawaai (autonome sanering) of
de woningverbetering (gekoppelde sanering);
2º.
bij autonome sanering, een schriftelijke verklaring van het gemeentebestuur, dat noch de gemeente noch de eigenaren of bewoners van de tot het project behorende woningen van plan zijn deze woningen binnen vijf jaar te verbeteren of ingrijpend te wijzigen aan de gevels waar saneringsmaatregelen zullen worden aangebracht of met betrekking tot deze gevels groot onderhoud uit te voeren, dan wel om deze woningen aan de woonbestemming te onttrekken;
3º.
het rapport van de berekening of meting van de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie van de betrokken woningen;
4º.
het rapport van de berekening of meting van de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van de betrokken woningen vóór de uitvoering van de geluidwerende maatregelen;
5º.
het rapport van de berekening van de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van de betrokken woningen ná het treffen van de beoogde geluidwerende maatregelen;
6º.
voor zover van toepassing, een gemotiveerd standpunt van het gemeentebestuur, dat, gelet op artikel 8c van het Subsidiebesluit, wordt ingestemd met:
een hogere waarde dan 40 dB(A) binnen de geluidsgevoelige ruimten van een woning;
een hogere waarde dan 35 dB(A) binnen de ruimten van een ander geluidsgevoelig gebouw, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder a, van het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen;
een hogere waarde dan 40 dB(A) binnen de ruimten van een ander geluidsgevoelig gebouw, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder b, van het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen;
7º.
een, met de daarvoor gebruikte gegevens, onderbouwde berekening van de totaal verwachte kosten per woning, onder gebruikmaking van formulier GBa of GBb;
8º.
het bestek, inclusief geveltekeningen en plattegronden, opgesteld op basis van de in onderdeel a, onder 3, 4 en 5, bedoelde rapporten, zoals dat aan aannemers is aangeboden;
9º.
een overzicht van de aanvullende bouwtechnische maatregelen, voor zover deze maatregelen zijn opgenomen in het in onderdeel a, onder 8, bedoelde bestek;
10º.
een verklaring omtrent de staat van onderhoud van ieder tot het project behorende woning en - voor zover het achterstallig onderhoud betreft - een raming van de kosten van de maatregelen om de woning in goede staat te brengen, indien deze maatregelen zijn opgenomen in het in onderdeel a, onder 8, bedoelde bestek;
11º.
per woning een verklaring van de eigenaar of bewoner:
dat door hem ten behoeve van de uitvoering van de geluidwerende maatregelen aan zijn woning geen eigen bijdrage zal worden verstrekt, of
omtrent de hoogte van de door hem in het kader van de uitvoering van de geluidwerende maatregelen aan zijn woning te verstrekken eigen bijdrage, waarbij is aangegeven ten behoeve van welke voorziening of voorzieningen deze bijdrage zal worden verstrekt;
12º.
het saneringsprogramma of het programma van maatregelen, en
13º.
de beschikking van de minister, waarbij de ten hoogste toelaatbare waarden van de geluidsbelasting en de maatregelen zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 90, tweede en vierde lid, van de wet dan wel als bedoeld in artikel 13, vierde lid, van het Subsidiebesluit.
b.
In de fase van de projectaanbesteding:
1º.
een schriftelijke verklaring dat de aanbesteding heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 6, eerste of tweede lid;.
2º.
de offertes van de aannemers;
3º.
het proces-verbaal van aanbesteding;
4º.
een afschrift van de schriftelijke gunning van het werk aan de gekozen aannemer;
5º.
een overzicht waarin per woning een vergelijking wordt gemaakt tussen de verwachte kosten conform artikel 8, onder a, 7°, en de kosten volgens de opdracht aan de gekozen aannemer, en.
6º.
indien er sprake is van afwijking van de verwachte kosten conform artikel 8, onder a, 7e: een schriftelijke onderbouwing voor deze afwijking per woning, waarin ten minste is aangegeven in hoeverre het in de opdracht aan de aannemer opgenomen maatregelenpakket afwijkt van de gebruikte gegevens bij de berekening van de verwachte kosten.
c.
In de fase van de projectuitvoering:
1º.
de facturen van de aannemer, en
2º.
indien er sprake is van meer- of minderwerk: overzichten hiervan, waarbij duidelijk is welke wijzigingen op welke woningen betrekking hebben, en;
3º.
indien er sprake is van meer- of minderwerk: een schriftelijke onderbouwing van de noodzaak hiertoe, inclusief een beoordeling van de kosten, alsmede een herberekening per woning van de berekende bedragen conform bijlage II, onderdeel A.
d.
Na voltooiing van het project:
1º.
een schriftelijke verklaring, onder gebruikmaking van formulier GG, waarin de opdrachtgever verklaart dat het opgeleverde werk door hem is gecontroleerd en dat hem daarbij is gebleken dat het werk is uitgevoerd overeenkomstig de opdracht aan de aannemer;
2º.
het formulier GBa indien er sprake is van autonome sanering of het formulier GBb indien er sprake is van gekoppelde sanering, ingevuld conform de gerealiseerde uitvoering van het werk;
3º.
het rapport van de akoestische controlemeting volgens het Meet- en rekenvoorschrift geluidsbelasting binnen gebouwen, dan wel volgens NEN 5077, ’Geluidwering in gebouwen’, uitgevoerd voor minimaal één op de 20 woningen, met dien verstande dat per project ten minste één meting wordt uitgevoerd, en met dien verstande dat de te meten woningen representatief moeten zijn voor het project;
4º.
indien uit het in onderdeel d, onder 2, bedoelde rapport een overschrijding blijkt van de binnenwaarde, als bedoeld in artikel 8c, eerste lid, onder c, van het Subsidiebesluit: een toelichting op die overschrijding;
5º.
een lijst van woningen waarvoor de maatregelen, die de minister krachtens artikel 90, vierde lid, van de wet onderscheidenlijk artikel 13, vierde lid, van het Subsidiebesluit heeft vastgesteld, niet zijn uitgevoerd, onder opgave van de redenen, en
6º.
de eventuele bevindingen over het project voortvloeiend uit het door de minister uitgevoerde onderzoek als bedoeld in artikel 10j van het Subsidiebesluit.
Artikel
9
1
Indien een project betreffende geluidwerende maatregelen aan woningen is voltooid, draagt de subsidie-ontvanger, binnen acht weken na voltooiing van het project, zorg voor het opnemen in het in artikel 8, aanhef, bedoelde dossier van de in artikel 8, onder d, bedoelde gegevens.
2
Als moment van voltooiing van een project betreffende geluidwerende maatregelen aan woningen geldt de datum van betaling van de laatste factuur aan de aannemer.
§
3
Geluidwerende maatregelen aan andere geluidsgevoelige gebouwen
§
3.1
Subsidie ten behoeve van voorbereiding, begeleiding en toezicht
Artikel
10
1
Een subsidie-aanvrager dient een aanvraag in als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van het Subsidiebesluit, onder gebruikmaking van het formulier WS.
2
Een subsidie-aanvrager dient een aanvraag in als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder b, van het Subsidiebesluit, onder gebruikmaking van het formulier RS.
§
3.2
Subsidie ten behoeve van geluidwerende maatregelen
Artikel
11
1
Een subsidie-aanvrager dient een aanvraag in als bedoeld in artikel 11f, eerste lid, van het Subsidiebesluit, onder gebruikmaking van het formulier WS.
2
Een subsidie-aanvrager dient een aanvraag in als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder a, van het Subsidiebesluit, onder gebruikmaking van het formulier RS.
Artikel
12
1
Een subsidie-aanvrager geeft toepassing aan artikel 11i, eerste lid, onder a, van het Subsidiebesluit, onder gebruikmaking van het formulier WG.
2
Een subsidie-aanvrager geeft toepassing aan artikel 11i, eerste lid, onder b, van het Subsidiebesluit, onder gebruikmaking van model 2 van bijlage III.
3
Een subsidie-aanvrager geeft toepassing aan artikel 15, derde lid, juncto artikel 11i, eerste lid, onder a, van het Subsidiebesluit, onder gebruikmaking van het formulier RG.
4
Een subsidie-aanvrager geeft toepassing aan artikel 15, derde lid, juncto artikel 11i, eerste lid, onder b, van het Subsidiebesluit, onder gebruikmaking van model 3 van bijlage III.
§
4
Verkeersmaatregelen en afschermende maatregelen wegverkeerslawaai
§
4.1
Subsidie voor voorbereiding, begeleiding en toezicht
De gemiddelde kosten van afschermende maatregelen als bedoeld in artikel 12b, derde lid, van het Subsidiebesluit worden berekend met toepassing van bijlage IV.
Artikel
16
1
Bij toepassing van artikel 12f, eerste lid, juncto artikel 11i, eerste lid, onder a, van het Subsidiebesluit, dient een subsidie-ontvanger:
a.
het formulier WG te gebruiken, en
b.
een verklaring als bedoeld in artikel 11i, eerste lid, onder b, van het Subsidiebesluit te overleggen volgens model 2 in bijlage III.
2
Het eerste lid, onder b, is niet van toepassing, indien de bijdrage aan Rijkswaterstaat is verleend.
§
5
Geluidreducerende en afschermende maatregelen spoorweglawaai
§
5.1
Subsidie voor voorbereiding, begeleiding en toezicht
De gemiddelde kosten van afschermende maatregelen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, juncto artikel 12b, derde lid, van het Subsidiebesluit worden berekend met toepassing van bijlage IV.
Artikel
20
Bij het toepassing geven aan artikel 17, tweede lid, juncto artikel 11i, eerste lid, onder a, van het Subsidiebesluit dient de subsidie-ontvanger:
a.
het formulier RG te gebruiken, en
b.
een verklaring als bedoeld in artikel 11i, eerste lid, onder b, van het Subsidiebesluit te overleggen, volgens model 3 opgenomen in bijlage III.
§
6
Slotbepalingen
Artikel
21
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1997.
Artikel
22
Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling sanering verkeerslawaai.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen I en III, die ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Rijnstraat 8, 2515 XP ’s-Gravenhage.
’s-Gravenhage
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha deBoer.
Toetsbedragen geluidwerende maatregelen behorend bij de Uitvoeringsregeling sanering verkeerslawaai
Inleiding
Het uitgangspunt van de Wet geluidhinder is dat saneringsmaatregelen voor werkelijke vergoeding in aanmerking komen, mits deze als sober en doelmatig kunnen worden aangemerkt. Als normering voor het begrip soberheid bij geluidwerende maatregelen aan de uitwendige scheidingsconstructie gelden onderhavige toetsbedragen. In het geval van autonome sanering zijn de toetsbedragen daarnaast van belang voor een efficiënte voorbereiding, aanbesteding en uitvoering van de te treffen maatregelen.
Voor veel voorkomende maatregelen aan de uitwendige scheidingsconstructie, die worden getroffen in verband met de geluidwering van bestaande woningen is onderzocht welke aspecten van belang zijn voor de prijsvorming. Op basis hiervan zijn de toetsbedragen in onderstaande tabellen vastgesteld. De tabellen onder A betreffen toetsbedragen die overeenkomen met de kosten van de maatregelen bij autonome sanering.
De tabellen onder B betreffen toetsbedragen die overeenkomen met de meerkosten van de maatregelen indien om andere redenen dan de geluidwering, maatregelen aan de uitwendige scheidingsconstructie worden getroffen (kozijnvervanging bij bijvoorbeeld stadsvernieuwing). Deze toetsbedragen zijn afgeleid van de toetsbedragen die gelden voor autonome sanering. Daarbij is ervan uitgegaan dat de eenvoudigste maatregelen bij autonome sanering qua kwaliteit en kosten overeenkomen met maatregelen aan de uitwendige scheidingsconstructie die worden getroffen om andere redenen dan geluidwering.
A
Toetsbedragen geluidwerende maatregelen bij autonome sanering
1
Gevelmaatregelen
Tabel a Toetsbedragen per m2 van maatregelen aan lichte geveldelen (beglazing en panelen)
Kostenklasse
I
II
III
IV
V
Toetsbedrag/m2
€ 210
€ 250
€ 270
€ 340
€ 360
Tabel b Correctie (C) voor het gemiddeld elementoppervlak
S (m2)
<0,5
≥ 0,5 <0,6
≥ 0,6 <0,7
≥ 0,7 <0,8
≥ 0,8 <1,0
≥ 1,0 <1,4
≥ 1,4 <2,0
≥ 2,0 <2,8
≥ 2,8
C
+ € 87
+ € 51
+ € 23
+ € 12
+ € 0
- € 17
- € 32
- € 45
- € 56
Tabel c Toeslagen per (nieuw) raam en (nieuwe) deur
Kostenklasse
I
II
III
IV
V
Nieuwe draairamen
€ 220
€ 265
€ 265
€ 280
€ 280
Nieuwe vaste ramen
n.v.t.
€ 175
€ 175
€ 190
€ 190
Dakramen excl.
€ 420
€ 435
€ 460
€ 495
€ 570
Suskasten
Nieuwe deuren
€ 680
€ 745
€ 745
€ 745
€ 745
Tabel d Toeslag per stuk voor raam/deur (anders dan naar buiten draaiend)
Verwijderen schuifraam, per stuk
€ 100
Naar binnen draaiende delen, per stuk
€ 33
Draai-kiep-raam, per stuk
€ 103
stijl/dorpel bij nieuwe draaidelen, per strekkende meter
€ 95
Kierdichting bestaande draaidelen, per strekkende meter
€ 14
Toeslag inhaakkozijnen, per vierkante meter
€ 260
Toeslag stellatten t.b.v voorzetbeglazing, per strekkende meter
€ 5
Tabel e Toeslag voor kozijnnaaddichting per m1
Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (alleen kit)
€ 8
Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (hoeklat + kit)
€ 16
Naaddichting aan de buitenzijde per m1 (alleen kit)
€ 8
2
Geluiddempende ventilatievoorzieningen
Tabel f Toetsbedragen voor een geluiddempende ventilatievoorziening (één geluiddempende ventilatievoorziening per geluidsbelast, geluidsgevoelig vertrek)
Suskast
€ 310
Muurdemper
€ 355
Dakdemper
€ 285
Mechanische ventilatievoorziening
€ 465
3
Maatregelen hellend dakvlak
Tabel g Toetsbedragen per m2 voor maatregelen aan het dakvlak
Type 1 dakbeschot met waterbestendige plaat kierdicht maken
€ 60
Type 2 idem type 1 met aanvullend montage gipsplaten en spouw geheel of gedeeltelijk vullen met minerale wol
€ 155
Type 3 idem type 2 echter montage gipsplaten op verende regels
€ 180
4
Maatregelen plafonds
Tabel h Toetsbedragen per m2 voor maatregelen aan het plafond
Alleen gipsplaten
€ 90
Gipsplaten met minerale wol
€ 100
B
B. Toetsbedragen geluidwerende maatregelen bij gekoppelde sanering
Tabel i Toetsbedragen per m2 voor de meerkosten van beglazing en panelen
Kostenklasse
II
III
IV
V
Toetsbedrag/m2
€ 90
€ 100
€ 200
€ 200
Tabel j Toeslagen per nieuw raam en nieuwe deur
Kostenklasse
II
III
IV
V
Raam/deur
€ 70
€ 70
€ 70
€ 70
Tabel k Toetsbedragen voor een geluiddempende ventilatievoorziening (één geluiddempende ventilatievoorziening per geluidsbelast, geluidsgevoelig vertrek)
Suskast
€ 310
Muurdemper
€ 280
Dakdemper
€ 210
Tabel l Toetsbedragen per m2 voor meerkosten van maatregelen aan het dakvlak
Type 2
dakbeschot met waterbestendige plaat kierdicht maken met aanvullend montage gipsplaten. De spouw geheel of gedeeltelijk vullen met minerale wol
€ 95
Type 3
idem type 2 echter montage gipsplaten op verende regels
€ 120
Toelichting op het toetsbedragensysteem voor gevelmaatregelen
De belangrijkste aspecten van het systeem van de toetsbedragen zijn (zie de tabellen onder A):
Differentiatie in vijf klassen met een bereik van ieder 2 dB(A).
De klassen betreffen kostenklassen (I t/m V). Door middel van het nomogram (figuur 1) kan per situatie, afhankelijk van de vereiste geluidwering, de kostenklasse worden bepaald. Deze kostenklassen corresponderen met de RA-waarden van de lichte geveldelen.
Figuur 1, nomogram bepaling kostenklasse
In een correctie (C) wordt de invloed van het gemiddeld element oppervlak verdisconteerd. (Kleine oppervlakken zijn per m2 duurder dan grote oppervlakken.)
Per raam en deur geldt een toeslag per stuk. Omdat de detaillering van bewegende delen afhankelijk is van de geluidsisolatie, varieert deze toeslag per kostenklasse. Deze toeslag is gebaseerd op naar buiten draaiende ramen en deuren.
Indien ten opzichte van de bestaande situatie afwijkende raamtypes moeten worden toegepast kan daarvoor nog een toeslag per stuk gelden (tabel d). Wordt een schuifraam vervangen door een vast deel of draairaam, dan geldt een toeslag voor het demonteren van het raam en aanpassen van het kozijn.
Afhankelijk van de vereiste geluidsisolatiewaarde wordt enkele, dan wel dubbele naaddichting toegepast. (Bij enkele naaddichting is het over het algemeen om bouwfysische redenen noodzakelijk deze aan de binnenzijde aan te brengen.)
Per geluidsbelast geluidsgevoelig vertrek zal over het algemeen een geluiddempende ventilatievoorziening nodig zijn. Afhankelijk van het type geldt een verschillend toetsbedrag.
Bij maatregelen aan hellende daken ligt slechts een beperkt aantal bouwkundige constructies voor de hand. Om die reden zijn de toetsbedragen gebaseerd op de kosten van de desbetreffende maatregelen. De toetsbedragen corresponderen met de constructies die in de publicatie
'Verkeerslawaai en Woningen' zijn beschreven onder respectievelijk de codes DH1, DH5 tot en met DH7 en DH8. De keuze van het type constructie is sterk afhankelijk van de vereiste geluidwering.
Globaal kan aangehouden worden dat type 1, 2 en 3 corresponderen met een eis van respectievelijk R <27 dB(A), 28 dB(A) <R < 36dB(A) en 37 dB(A) < R < 41dB(A). Bij de bepaling van de toetsbedragen is er onder meer van uitgegaan dat het dak akoestisch nog niet geïsoleerd is, er geen dakkapel aanwezig is, er geen bijzonde voorzieningen aan de dakvoet nodig zijn, er geen knieschotten en ingebouwde kasten aanwezig zijn en de nieuwe afwerking zal bestaan uit stucwerk op gipskartonplaat. Als de aanwezige situatie verschilt van deze uitgangspunten zal dat in het algemeen tot een afwijking van de toetsbedragen kunnen leiden: bijvoorbeeld als dak al wel (gedeeltelijk) geïsoleerd is tot minder kosten en bij de aanwezigheid van een dakraam tot meer kosten.
Ook bij maatregelen aan plafonds ligt slechts een beperkt aantal bouwkundige constructies voor de hand. Om die reden zijn de toetsbedragen gebaseerd op de kosten van de desbetreffende maatregelen.
Het toetsbedragensysteem voor gekoppelde sanering (zie de tabellen onder B) is, in verband met de andere uitgangssituatie bij koppeling van maatregelen, vereenvoudigd ten opzichte van het systeem voor autonome sanering. Tot de meerkosten die aan de geluidwering worden toegerekend, behoren niet de maatregelen waarvoor bij autonome sanering kostenklasse I van toepassing zou zijn, de correctie voor het gemiddeld element oppervlak en diverse toeslagen anders dan voor de naar buiten draaiende ramen en deuren. Ter vereenvoudiging van het systeem zijn daarnaast de bedragen voor de noodzakelijke extra naaddichting verwerkt in de m2 bedragen voor de beglazing en de panelen.
Bijlage
IV
behorend bij de Uitvoeringsregeling sanering verkeerslawaai