Artikel
1
1
Ir. P. A. M. Kleemans, Directeur Visserij, is mandaat en volmacht verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de volgende aangelegenheden:
-
a.
de beslissingen, bedoeld in de artikelen 2, zesde lid, 3, vijfde lid, van de Regeling vangstbeperking;
-
b.
de beslissingen, bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, 11, eerste lid, 12, eerste lid, 13, tiende lid, 14, eerste lid, derde en zevende lid, 15, eerste, derde en vierde lid, 16, eerste en negende lid, 18, eerste lid, 19, eerste lid, 20, eerste lid, 21 tweede en derde lid, 22, eerste en tweede lid, 23, 25, eerste en tweede lid, van de Regeling contingentering zeevis;
-
c.
de beslissingen, bedoeld in de artikelen 3, derde lid, 4, 5, tweede lid, 6, eerste, derde en vierde lid, 7, eerste en derde lid, 8, eerste en tweede lid, 10, eerste, vijfde en zesde lid en 11 van de Zeedagenregeling 1997;
-
d.
de beslissingen, bedoeld in de artikelen 3, 4, tweede lid, 5, eerste, tweede, derde en zevende lid, 5a, eerste lid, 5b, eerste lid, 6, tweede lid, en 7a van de Regeling visserijlicentie;
-
e.
de beslissingen, bedoeld in de artikelen 2 en 6, eerste lid, van de Bijdrage-regeling verbetering beroepsbinnenvisserij;
-
f.
de beslissingen, bedoeld in de artikelen 11 en 12 van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren, voorzover betrekking hebbend op garnalenvisserij (artikel 7), sleepnetvisserij in de Oosterschelde (artikel 5), voorzover geen betrekking hebbend op vrijstelling;
-
g.
de beslissingen, bedoeld in de artikelen 7a, tweede en derde lid en 10 van de Regeling technische maatregelen;
-
h.
de beslissingen, bedoeld in artikel 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;
-
i.
het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Visserijwet 1963, voorzover betrekking hebbend op garnalenvisserij en sleep-netvisserij in de Oosterschelde;
-
j.
de beslissingen, bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid, van het Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964;
-
k.
het aangaan van huurovereenkomsten voor bedrijfsvaartuigen en andere huurovereenkomsten welke ten dienste zijn van de afdeling rederij;
-
l.
het aangaan van hulp- en bergingsovereenkomsten ten behoeve van schepen van de afdeling rederij;
-
m.
het verlenen van toestemming tot hulpverlening of berging;
-
n.
de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van de directie betreffende, voorzover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.