Artikel
1
Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a.
historische vergoeding: de vergoeding door het Rijk aan de gemeenten en bevoegde gezagsorganen van de kosten van huisvesting op grond van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs zoals luidend op 1 juli 1996 naar de stand van zaken en het inzicht per 1 juli 1996, berekend overeenkomstig artikel 2;
-
b.
gemeentefondsopbrengst: het aandeel van een gemeente in de middelen die in verband met de decentralisatie van de onderwijshuisvesting in het gemeentefonds beschikbaar zijn, naar de stand van de gegevens op 1 juli 1996, berekend overeenkomstig artikel 3;
-
c.
nadelig herverdeeleffect: het bedrag waarmee de historische vergoeding van een gemeente de gemeentefondsopbrengst overtreft;
-
d.
voordelig herverdeeleffect: het bedrag waarmee de gemeentefondsopbrengst de historische vergoeding van een gemeente overtreft;
-
e.
algemene uitkering 1996: de algemene uitkering aan een gemeente, bedoeld in artikel 8 van de Financiële-Verhoudingswet 1984, voor het jaar 1996, zoals in juni 1996 gespecificeerd aan de gemeente door het Ministerie van Financiën;
-
f.
voortgezet onderwijs: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs.