ARTIKEL
I
Wijzigt de Wet op de jeugdhulpverlening.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Wet op de jeugdhulpverlening.
Wijzigt de Wet op de jeugdhulpverlening.
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede maand na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst met uitzondering van artikel II, onderdelen C, D, F en H, die inwerking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Op eerstbedoeld tijdstip treden tevens de artikelen 429a tot en met 429r van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in werking voor zaken op grond van artikel 52 van de Wet op de jeugdhulpverlening. Voor die zaken geldt artikel 345 van dat Wetboek niet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.