Instellingsbesluit Examencommissie opleidingsmodulen ’Leergang bestrijding georganiseerde criminaliteit’

Instellingsbesluit Examencommissie opleidingsmodulen ’Leergang bestrijding georganiseerde criminaliteit’

De Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken,

Besluiten:

Artikel

1

Er is een examencommissie voor de opleidingsmodulen van de ’Leergang bestrijding georganiseerde criminaliteit’.

Artikel

2

De examencommissie stelt, binnen de kaders van de door de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken vastgestelde eindtermen en criteria, de examens vast.

Artikel

3

De examencommissie stelt de reglementen vast omtrent de inrichting van het examen, de uitvoering daarvan en de verwerking van de resultaten.

Artikel

4

De examencommissie stelt de cesuur vast aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een kandidaat aan de criteria voldoet.

Artikel

5

De examencommissie voert bovenstaande werkzaamheden uit ten behoeve van de borging van de kwaliteit van de opleidingsmodulen van de ’Leergang bestrijding georganiseerde criminaliteit’.

Artikel

6

De examencommissie rapporteert jaarlijks haar bevindingen aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken.

Artikel

7

De examencommissie bestaat uit deskundigen die door de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken worden benoemd voor de periode van vier jaar met een verlenging van maximaal één periode.

Artikel

8

De examencommissie is als volgt samengesteld:

  • a.

    voorzitter en secretaris;

  • b.

    leden:

    • openbaar ministerie (2 leden);

    • politiekorpsen (2 leden);

    • ministerie van Binnenlandse Zaken (1 lid);

    • bijzondere opsporingsdiensten (1 lid);

    • Nederlandse Vereniging voor Banken (1 Lid);

  • c.

    adviserende leden.

De examencommissie beschikt over een secretariaat voor de uitvoering van haar werkzaamheden. De ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken zullen hiervoor, op basis van een ingediende begroting, financiële middelen beschikbaar stellen.

voorzitter: mevrouw prof. mr. I.C. van der Vlies, Universiteit van Amsterdam, faculteit Rechtsgeleerdheid, vakgroep Bestuursrecht;

secretaris: de heer W.A.A. Schulkes (voormalig directeur Politiestudiecentrum);

leden: mr. G.W. van der Burg (Arrondissementsofficier van Justitie, Landelijk Bureau Openbaar Ministerie);

mevrouw mr. I.E.W. Gonzales (officier van Justitie 1e kl., Arrondissementsparket Haarlem), Kernteamofficier van het Kernteam Randstad Noord en Midden);

de heer H.A. Jansen (Hoofd Regionale Recherche dienst Zware/Georganiseerde Criminaliteit, regiokorps Rotterdam-Rijnmond);

de heer H. van Zwam (chef IRT Noord en Oost Nederland);

de heer M. Pheiffer R.A. (FIOD)

prof. dr. G. Bruinsma (TH Twente)

drs. J.C. van Kessel (directeur van het NIBE)

mevrouw mr. L. Veringmeijer (DGOOV/ministerie van Binnenlandse Zaken);

adviserend lid: drs. C.L. Leijten of diens vervanger (CITO).

Artikel

9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Justitie, W.SorgdragerDe Minister van Binnenlandse Zaken, H.F.Dijkstal