Wet van 12 juni 1997 tot aanpassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet op de loonbelasting 1964 en enkele andere wetten in verband met verruiming van de mogelijkheid tot het opleggen van voorlopige aanslagen tot een negatief bedrag (voorlopige teruggaaf)

Wijzigingswet Algemene wet inzake rijksbelastingen, enz. (verruiming mogelijkheid tot opleggen van voorlopige aanslagen tot een negatief bedrag (voorlopige teruggaaf))

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de mogelijkheid te scheppen om bij wijze van proef een zogenaamde loonbelastingbeschikking te vervangen door een voorlopige aanslag tot een negatief bedrag;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL

I

Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

ARTIKEL

II

Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.

ARTIKEL

III

Wijzigt de Wet op de inkomstenbelasting 1964.

ARTIKEL

IV

Wijzigt de Invorderingswet 1990.

ARTIKEL

V

Onze Minister van Financiën zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL

VI

Deze wet treedt in werking op een bij wet te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager