Besluit nadere vaststelling organisatie en taakverdeling AZ

De Minister van Algemene Zaken,
Gelet op het Koninklijk Besluit van 11 oktober 1947, No. H 346, tot instelling van een Departement van Algemeen Bestuur, dat de naam zal dragen van Ministerie van Algemene Zaken;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 4 augustus 1971, No. 526, houdende de wijziging van de taakverdeling van departementen;
Gelet op het Koninklijk besluit van 13 december 1965, houdende regeling van de berichtgeving betreffende het Koninklijk Huis, Staatsblad 554, 1965;
Gelet op de Wet van 30 juni 1976 tot instelling van een Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (Instellingswet WRR);
Overwegende dat een duidelijke organisatie en toewijzing van taken binnen het ministerie van Algemene Zaken van belang is voor de bedrijfsvoering;

Besluit:

I

Kabinet Minister-President

II

Centrale afdeling Personeel en Organisatie

III

Centrale afdeling Financieel-Economische Zaken

IV

Centrale afdeling Facilitaire en Informatie-Aangelegenheden.

V

Rijksvoorlichtingsdienst

De Rijksvoorlichtingsdienst te belasten met:

  • 1.

    Het geven van voorlichting over het algemeen regeringsbeleid en over het ministerie van Algemene Zaken:

    • a.

      woordvoering kabinetsbeleid en minister-president

    • b.

      publicitaire voorbereiding en begeleiding minister-president bij inkomende en uitgaande bezoeken regeringsleiders, werkbezoeken en publieke optredens.

    • c.

      woordvoering (in-)formateur tijdens kabinetsformatie

    • d.

      interne informatievoorziening t.b.v. minister-president en ambtelijke departementsleiding.

  • 2.

    Het geven van voorlichting over het Koninklijk Huis.

    • a.

      Het adviseren van leden van het Koninklijk Huis inzake publiciteitsaangelegenheden door de Hoofddirecteur RVD.

    • b.

      Voorbereiden en uitvoeren van de berichtgeving betreffende het Koninklijk Huis.

    • c.

      Publicitaire ondersteuning en begeleiding van de leden van het Koninklijk Huis.

  • 3.

    Het coördineren, faciliteren en adviseren inzake interdepartementale voorlichtingszaken.

    • a.

      Voorzitterschap en secretariaat van de Voorlichtingsraad.

    • b.

      Adviseren aan onderdelen van de overheid over de inzet van publiciteitsmedia te behoeve van public service en instrumentele voorlichtingscampagnes en andere communicatieprojecten.

    • c.

      Het laten vervaardigen van communicatiematerialen en het verzorgen van collectieve media-inkoop ten behoeve van de rijksoverheid.

    • d.

      Het ontwikkelen en onderhouden van gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van de overheidsvoorlichting.

    • e.

      het gebruik van zendtijd op radio en televisie zoals toegewezen aan de minister van Algemene Zaken op basis van de Mediawet ten behoeve van overheidsvoorlichting.

    • f.

      Consultatie en overleg inzake overheidsvoorlichting onder bijzondere omstandigheden.

VI

Bureau van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid

VII

Inwerkingtreding en bekendmaking

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1997.

Afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, de Staatscourant, de hoofden van de in I t/m VI genoemde diensten, de Bijzondere Commissie en de Ondernemingsraad.

Den Haag
De Ministervan Algemene Zaken, W. Kok