Instelling interdisciplinaire stuurgroep bestrijding voetbalvandalisme en -geweld

De Minister van Binnenlandse Zaken,
Overwegende
dat de bestrijding van voetbalvandalisme en -geweld slechts dan succesvol kan zijn als alle betrokken instanties daarin hun verantwoordelijkheid nemen en de hen ten dienst staande bevoegdheden ten volle benutten;
dat bij de aanpak aldus een belangrijke rol is weggelegd voor onderling overleg en afgestemde inzet van bevoegdheden;
dat gezien het grote aantal betrokkenen en de omvang en complexiteit van de problematiek enige kaderstelling gewenst is;
dat het daartoe wenselijk is een landelijk overleg in het leven te roepen dat zal bevorderen dat verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk zijn en in onderlinge afstemming worden ingezet;
dat het op de weg ligt van de Minister van Binnenlandse Zaken, als coördinerend minister, om mede namens de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van volksgezondheid, Welzijn en Sport, hiertoe de nodige initiatieven te ontplooien;
gelet op de brief van 15 april 1997 (Kamerstukken 1996–1997, 25 232, nr. 3) aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal over intensivering van de bestrijding van voetbalvandalisme en geweld;

Besluit:

Artikel

I

Interdisciplinaire Stuurgroep

Er is een interdisciplinaire Stuurgroep bestrijding voetbalvandalisme en -geweld (verder: de interdisciplinaire Stuurgroep).

Artikel

2

Taak

De interdisciplinaire Stuurgroep heeft tot taak:

  • het afstemmen van beleidsuitgangspunten en van het gebruik van beleidsinstrumenten met alle betrokkenen op het gebied van de bestrijding van voetbalvandalisme en -geweld;

  • het vormen van een platform voor het uitwisselen van kennis en ervaring op het gebied van de bestrijding van voetbalvandalisme en -geweld;

  • het initiëren van beleidsontwikkelingen en eventueel daarvoor benodigd onderzoek op het gebied van de bestrijding van voetbalvandalisme en -geweld.

Artikel

3

Samenstelling

In de interdisciplinaire Stuurgroep hebben zitting:

  • a.

    De directeur-generaal Openbare Orde en veiligheid namens het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als voorzitter tevens lid;

  • b.

    De directeur Sport namens het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, als lid;

  • c.

    De directeur-generaal Rechtshandhaving namens het Ministerie van Justitie, als lid;

  • d.

    De directeur Betaald Voetbal namens de KNVB, als lid;

  • e.

    Een afgevaardigde namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, als lid;

  • f.

    Een hoofdofficier van Justitie namens het Openbaar Ministerie, als lid;

  • g.

    Een afgevaardigde uit het Korpsbeheerdersberaad, als lid;

  • h.

    Een burgemeester, als lid;

  • i.

    Een afgevaardigde uit de Raad van Hoofdcommissarissen, als lid;

  • j.

    Een afgevaardigde uit de vergadering van kabinetchefs van de Commissarissen der Koningin, als lid;

  • k.

    Het hoofd van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme, als lid;

  • l.

    De voorzitter van de Samenwerkende Organisaties Voetbalsupporters, als lid;

  • m.

    Een medewerker van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als secretaris.

Artikel

4

Projectgroep

Artikel

5

Opheffing interdepartementale Projectgroep Voetbalvandalisme

Het besluit van 16 juli 1987 (Stcrt. 1987, 152) en het besluit van 10 mei 1991 (Stcrt. 1991, 89) worden ingetrokken.

Artikel

6

Publicatie en inwerkingtreding

Den Haag
De Minister van Binnenlandse Zaken, H. F.Dijkstal