ARTIKEL
I
1
Aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van het Besluit bezoldiging politie, wordt over 1996 een eindejaarsuitkering verleend ter grootte van 4,2% van de voor hem geldende berekeningsbasis.
2
De berekeningsbasis, bedoeld in het eerste lid, is het salaris, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder l, van het Besluit bezoldiging politie, dat over de maand november 1996 is genoten mede met inachtneming van de bepalingen in het Besluit algemene rechtspositie politie en het Besluit bezoldiging politie ter zake van buitengewoon verlof, ouderschapsverlof, ziekte of schorsing, vermindering van bezoldiging in geval van non-activiteit en militaire dienst.
3
De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de toepassing van dit artikel niet als belanghebbende aangemerkt voor de tijd dat hij ingevolge een wettelijke verplichting als militair in werkelijke dienst is en in verband daarmee de aan zijn ambt verbonden bezoldiging geniet tot een bedrag dat gelijk is aan het bedrag van het te verhalen gedeelte van de pensioenbijdrage.