Besluit van 11 september 1997, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 19j, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (Besluit bijzondere akten van de burgerlijke stand)

Besluit bijzondere akten van de burgerlijke stand

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 29 januari 1997, Directie Wetgeving, nr. 603203/97/6;
Gelet op artikel 19j, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
De Raad van State gehoord (advies van 24 maart 1997, nr. WO3.97.0046);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 5 september 1996, Directie Wetgeving, nr. 621491/97/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Wanneer ten gevolge van een verbod van verkeer of ten gevolge van andere buitengewone omstandigheden de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar een persoon is geboren of overleden, naar zijn oordeel verhinderd wordt overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek een akte van geboorte of overlijden in de registers op te nemen, maakt hij buiten die registers een voorlopige akte op, waarbij hij voor het overige, zoveel als het naar zijn oordeel mogelijk is, de artikelen 4 tot en met 9, 11, 13 en 14, eerste lid, in acht neemt.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Bijvoegingen en doorhalingen bij het opmaken van de voorlopige akten worden duidelijk aan de voet van de akte aangegeven en worden goedgekeurd en ondertekend door degenen die de akte ondertekenen.

Artikel

6

Artikel

7

In de voorlopige akten worden opgenomen:

  • a)

    de naam en de voorletters, alsmede de hoedanigheid van degene die de akte heeft opgemaakt;

  • b)

    de plaats en de dag waarop de akte is opgemaakt;

  • c)

    de handtekeningen van degene die de akte heeft opgemaakt en van de aangever, behalve in het geval, bedoeld in artikel 3, vierde lid.

Artikel

8

De voorlopige akten van geboorte en van overlijden bestaan uit vijf gedeelten die door horizontale lijnen van elkaar zijn gescheiden. In het eerste gedeelte worden opgenomen de gegevens die in een uittreksel uit de akte moeten worden opgenomen. In het tweede gedeelte worden opgenomen de gegevens die wegens hun vertrouwelijk karakter niet in een uittreksel worden opgenomen. In het derde gedeelte worden de overige gegevens opgenomen. In het vierde gedeelte worden de ambtelijke gegevens en de handtekeningen opgenomen. In het vijfde gedeelte worden de door degene die de voorlopige akte opmaakt aan te brengen bijvoegingen of doorhalingen opgenomen.

Artikel

9

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Het Besluit bijzondere akten van de Burgerlijke Stand, wordt ingetrokken.

Artikel

15

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

16

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bijzondere akten van de burgerlijke stand.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Justitie, E. M. A. Schmitz
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager