Wet van 6 november 1997 tot wijziging van de Financiële-verhoudingswet en enkele andere wetten en regels inzake de invoering van deze wijziging in verband met een herziening van het verdeelstelsel voor het Provinciefonds

Wijzigingswet Financiele-verhoudingswet enz. (herziening verdeelstelsel Provinciefonds)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels te stellen inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en de provincies, deze regels op te nemen in de Financiële-verhoudingswet en daartoe deze wet en andere wetten te wijzigen en regels te stellen inzake de invoering van deze nieuwe regels;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK

I

WIJZIGING VAN ENKELE WETTEN

Paragraaf

1.1

Wijziging Financiële-verhoudingswet

Artikel

1

Wijzigt de Financiële-verhoudingswet.

Paragraaf

1.2

Wijziging Provinciewet

Artikel

2

Wijzigt de Provinciewet.

Paragraaf

1.3

Wijziging Algemene wet bestuursrecht

Artikel

3

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Paragraaf

1.4

Wijziging Wet op het specifiek cultuurbeleid

Artikel

4

Wijzigt de Wet op het specifiek cultuurbeleid.

Paragraaf

1.5

Wijziging Invoeringswet Financiële-verhoudingswet

Artikel

5

Wijzigt de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet.

HOOFDSTUK

II

EERSTE VASTSTELLING VAN DE VERDEELMAATSTAVEN VOOR HET PROVINCIEFONDS EN DE BEDRAGEN PER EENHEID DIE BEHOREN BIJ DE VERDEELMAATSTAVEN

Paragraaf

2.1

Algemeen

Artikel

6

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Ministers: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Financiën;

  • b.

    het CBS: het Centraal bureau voor de statistiek;

  • c.

    rastervierkanten: vierkanten van 500 bij 500 meter, zoals deze worden gebruikt in het geografisch basisregister van het CBS;

  • d.

    de uitkeringsfactor: het quotiënt van het voor de algemene uitkeringen beschikbare bedrag en de som van de uitkeringsbases.

Artikel

7

Paragraaf

2.2

De vaststelling van het aantal eenheden

Artikel

8

Paragraaf

2.3

Bijzondere bepalingen in verband met enkele verdeelmaatstaven

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

HOOFDSTUK

III

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Paragraaf

3.1

Overgangsmaatregelen in verband met de herverdeling

Artikel

12

Paragraaf

3.2

Overige bepalingen

Artikel

13

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, A. G. M. van de Vondervoort
De Minister van Binnenlandse Zaken, H. F. Dijkstal
De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend
De Minister van Financiën, G. Zalm
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK I

Wijziging van enkele wetten

Paragraaf 1.1.

Wijziging Financiële-verhoudingswet

Paragraaf 1.2.

Wijziging Provinciewet

Paragraaf 1.3.

Wijziging Algemene wet bestuursrecht

Paragraaf 1.4.

Wijziging Wet op het specifiek cultuurbeleid

Paragraaf 1.5.

Wijziging Invoeringswet Financiële-verhoudingswet

HOOFDSTUK II

Eerste vaststelling van de verdeelmaatstaven voor het provinciefonds en de bedragen per eenheid die behoren bij de verdeelmaatstaven

Paragraaf 2.1.

Algemeen

Paragraaf 2.2.

De vaststelling van het aantal eenheden

Paragraaf 2.3.

Bijzondere bepalingen in verband met enkele verdeelmaatstaven

HOOFDSTUK III

Overgangs- en slotbepalingen

Paragraaf 3.1.

Overgangsmaatregelen in verband met de herverdeling

Paragraaf 3.2.

Overige bepalingen

BIJLAGE 1

De verdeelmaatstaven (bijlage bij artikel 7, eerste lid)

BIJLAGE 2

De bedragen per eenheid over het uitkeringsjaar 1998 (bijlage bij artikel 7, tweede lid)

BIJLAGE 3

Overgangsmaatregelen in verband met de herverdeling (bijlage bij artikel 12)

BIJLAGE

1

De verdeelmaatstaven (bijlage bij artikel 7, eerste lid)

1

Het voor het kalenderjaar bepaalde totaal van de hoofdsommen van de motorrijtuigenbelasting, van de in de provincie wonende of gevestigde houders van een personenauto of motorrijwiel gedeeld door de uitkeringsfactor over het uitkeringsjaar. Het totaal wordt bepaald door aan de hand van het totaal van de in het kalenderjaar ontvangen provinciale opcenten te berekenen hoeveel hoofdsommen zouden zijn ontvangen, indien het in artikel 9 bedoelde tarief wordt gehanteerd.

Onze Minister van Financiën

31 december van het jaar, twee jaar voorafgaand aan het uitkeringsjaar

2 a en b

Het aantal inwoners van de provincie. Daarbij vindt een verdeling plaats in twee maatstaven, overeenkomstig de volgende groepsindeling: a. het aantal inwoners; b. het aantal inwoners boven de 640 000 inwoners. Bij de toepassing van maatstaf 2b wordt een aantal kleiner dan 640 000 op dat aantal vastgesteld.

CBS

3 a en b

Het aantal inwoners van binnen de provincie gelegen rastervierkanten. Daarbij vindt een verdeling plaats in twee maatstaven, overeenkomstig de volgende groepsindeling: a. het aantal inwoners van rastervierkanten met een omgevingsadressendichtheid die groter is dan of gelijk is aan 1500 adressen per vierkante kilometer; b. het aantal inwoners van rastervierkanten met een omgevingsadressendichtheid die kleiner is dan of gelijk is aan 1000 adressen per vierkante kilometer. Bij de toepassing van maatstaf 3b geldt een maximum-aantal van 607 000 inwoners.

CBS

4

Het aantal hectaren land in de provincie.

CBS

De meest recente, vóór het uitkeringsjaar vastgestelde bodemstatistiek

5

Het aantal hectaren water in de provincie.

CBS

De meest recente, vóór het uitkeringsjaar vastgestelde bodemstatistiek

6

Het totaal van de volgende aantallen: 1. het aantal hectaren land in de provincie, in gebruik ten behoeve van de land-, bos- en tuinbouw; 2. het aantal hectaren natuurterrein in de provincie.

CBS

De meest recente, vóór het uitkeringsjaar vastgestelde bodemstatistiek

7

Het aantal kilometers gewogen weglengte, van de wegen in beheer bij de provincie.

1 januari 1993

8

Het aantal in het kalenderjaar in de provincie verbruikte eenheden elektriciteit in miljoenen Gigawattuur.

CBS

31 december 1992

9

Één eenheid voor iedere provincie.

BIJLAGE

2

De bedragen per eenheid over het uitkeringsjaar 1998 (bijlage bij artikel 7, tweede lid, als gewijzigd bij ministeriele regeling van 29 maart 1999, nr FO99/U58445, Stcrt. 1999, 71)

1

Motorrijtuigenbelasting

- 91,22 per f 100 hoofdsom

2a

Inwoners

43,79

2b

Inwoners boven 640.000

21,13

3a

Inwoners in stedelijke gebieden

30,40

3b

Inwoners in landelijke gebieden

37,74

4

Land

101,26

5

Water

69,39

6

Groen

38,13

7

Gewogen weglengte

53.584,61

8

Elektriciteitsverbruik

779,51

9

Vast bedrag

10.632.223,94

BIJLAGE

3

Overgangsmaatregelen in verband met de herverdeling (bijlage bij artikel 12)

Kolom 1

Kolom 2

Kolom 3

Kolom 4

Kolom 5

Uitkeringsjaar

Uitkeringsjaar

Uitkeringsjaar

Uitkeringsjaar

Uitkeringsjaar

1998

1999

2000

2001 en volgende

2001 en volgende

(guldens)

(euro's)

Groningen

8 117 432

6 851 651

5 585 870

4 320 090

1 960 371

Friesland

4 222 289

2 907 350

1 592 410

277 471

125 911

Drenthe

7 688 098

5 969 923

4 251 748

2 533 572

1 149 685

Overijssel

– 1 231 682

– 2 139 213

– 3 046 744

– 3 954 275

– 1 794 372

Gelderland

– 10 343 350

– 7 696 388

– 5 049 426

– 2 402 464

– 1 090 191

Utrecht

15 199 702

11 188 292

7 176 882

3 165 471

1 436 428

Noord-Holland

– 20 487 288

– 16 230 182

– 11 973 075

– 7 715 969

– 3 501 354

Zuid-Holland

– 11 624 664

– 9 270 219

– 6 915 774

– 4 561 329

– 2 069 841

Zeeland

10 837 941

9 600 942

8 363 942

7 126 943

3 234 066

Noord-Brabant

1 517 363

1 563 857

1 610 351

1 656 846

751 844

Limburg

4 309 139

3 235 959

2 162 780

1 089 601

494 439

Flevoland

– 8 204 980

– 5 981 972

– 3 758 964

– 1 535 957

– 696 987