Besluit van 1 december 1997, houdende regels betreffende het op of in de bodem brengen van dierlijke meststoffen (Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998)

Besluit gebruik meststoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 25 juni 1997, No. J. 975376, gedaan mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 14 oktober 1997, nr. W11.97.0391);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 20 november 1997, No. J. 9712655, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemeen

Artikel

1

§

2

Gebruik van dierlijke meststoffen op natuurterrein en overige grond

Artikel

2

§

3

Gebruik van dierlijke meststoffen en stikstofkunstmest

Artikel

3

Artikel

3a

Het is verboden dierlijke meststoffen of stikstofkunstmest te gebruiken indien de bovenste bodemlaag met water verzadigd is.

Artikel

3b

Artikel

4

Artikel

4a

Artikel

4b

Het is verboden in de periode van 16 september tot en met 31 januari grasland om te ploegen.

Artikel

5

Artikel

6

Het is verboden dierlijke meststoffen of stikstofkunstmest te gebruiken anders dan door een zo gelijkmatig mogelijke verspreiding over het perceel waarop de meststoffen worden gebruikt.

§

4

Gebruik van dierlijke meststoffen en stikstofkunstmest op steile hellingen

Artikel

6a

Artikel

6b

Artikel

6c

Het is verboden stikstofkunstmest te gebruiken op niet-beteelde grond met een hellingspercentage van 7 of meer.

Artikel

6d

Het verboden dierlijke meststoffen of stikstofkunstmest te gebruiken op bouwland of braakland met een hellingspercentage van 18 of meer.

§

5

Ontheffingen

Artikel

7

Artikel

8

§

6

Overige bepalingen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

12

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gebruik meststoffen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. J. van Aartsen
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha de Boer
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

I

behorende bij het Besluit gebruik meststoffen

De kaarten zijn niet opgenomen.

Op de kaarten dient «Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998» telkens te worden vervangen door «Besluit gebruik meststoffen».

Op de kaarten dient « de artikelen 4, 5 en 8» telkens te worden vervangen door: de artikelen 4, 4a, 5 en 8.

Bijlage

II

, behorende bij het Besluit gebruik meststoffen

Beschrijving van emissiearm aanwenden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit gebruik meststoffen

1

Algemeen

Het emissiearm aanwenden van dierlijke meststoffen vindt uitsluitend plaats door toepassing van de in de punten 2 en 3 beschreven methoden.

2

Emissiearm aanwenden van dierlijke meststoffen op grasland

Bij het emissiearm aanwenden van dierlijke meststoffen op grasland wordt de mest onmiddellijk op of in de grond gebracht.

Indien de mest op de grond wordt gebracht, geschiedt dit door middel van apparatuur waarmee de mest uitsluitend in strookjes tussen het gras wordt gebracht, waarbij het gras tevoren wordt opgelicht of zijdelings wordt weggedrukt. De strookjes hebben geen grotere breedte dan 5 centimeter en de afstand van het midden van een strookje tot het midden van het naastliggende strookje is minimaal 15 centimeter.

Indien de mest in de grond wordt gebracht, geschiedt dit door middel van apparatuur waarmee de mest uitsluitend in de grond wordt gebracht in sleufjes. De sleufjes hebben geen grotere breedte dan 5 centimeter.

3

Emissiearm aanwenden van dierlijke meststoffen op bouwland, braakland of niet-beteelde grond

  • a.

    Bij het emissiearm aanwenden van dierlijke meststoffen op bouwland, braakland of niet-beteelde grond wordt de mest

    • 1

      e onmiddellijk in de grond gebracht waarbij punt 2 van overeenkomstige toepassing is, of

    • 2

      e in maximaal twee direct opeenvolgende werkgangen op het grondoppervlak gebracht en ondergewerkt en wel zodanig dat op de desbetreffende percelen de mest altijd ofwel zichtbaar op het grondoppervlak wordt gebracht, ofwel zichtbaar wordt ondergewerkt.

  • b.

    Bij toepassing van de in onderdeel a, onder 2e, bedoelde onderwerkactiviteit is de mest na het op het grondoppervlak brengen ofwel in de grond gebracht, ofwel intensief met de grond vermengd, zodat de mest als zodanig niet meer zichtbaar op het grondoppervlak ligt.

Bijlage

III

, behorende bij het Besluit gebruik meststoffen

I Bepaling hellingspercentage van gewaspercelen met één hoogste en één laagste punt

1. Bepaling van de richting van de steilste helling in het gewasperceel (L = lengte van het gewasperceel).

De steilste helling in het gewasperceel is maatgevend voor L.

Figuur A

L van gewasperceel a = 400 meter

L van gewasperceel b = 200 meter

2. Bepaling van het gemiddelde hellingspercentage over de in 1 vermelde L (lengte gewasperceel).

Figuur B

Gemiddeld hellingspercentage = 1.

Figuur C

Gemiddeld hellingspercentage: 300/500 x 6 + 200/500 x 1 = 4

Figuur D

Gemiddeld hellingspercentage: 150/500 x 2 + 200/500 x 12/500 + 150/500 x 2 = 6

II Bepaling hellingspercentage van gewaspercelen met meer dan één hoogste punt of laagste punt (holle en bolle percelen)

1. Holle percelen: vanuit het laagste punt het gemiddelde van twee hellingen bepalen.

Figuur E

Gemiddeld hellingspercentage van helling 1: 200/300 x 6 + 100/300 x 9 = 7

helling 2: idem

Gemiddeld hellingspercentage gewasperceel:

300/600 x 7 + 300/600 x 7 = 7

2. Bolle percelen: vanuit het hoogste punt het gemiddelde van twee hellingen bepalen.

Bijlage

IV

behorende bij het Besluit gebruik meststoffen

Onder stikstofkunstmest als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, worden meststoffen, alsmede mengsels van meststoffen verstaan, die vallen onder de volgende typeaanduidingen:

  • a.

    Stikstofmeststoftypen

    Ammoniakwater

    Ammoniumnitraat(-ureum-oplossing (urean))

    Ammoniumsulfaat (ook: met nitrificatieremmer (dicyaandiamide))

    Ammonsulfaatsalpeter (ook: met nitrificatieremmer (dicyaandiamide))

    Calciummagnesiumnitraat(-oplossing)

    Calciumnitraat(-oplossing)

    Chilisalpeter

    Crotonylideendiureum

    Isobutylideendiureum

    Kalkammonsalpeter

    Kalkmagnesiasalpeter

    Kalksalpeter

    Kalkstikstof

    Magnesiumnitraat(-oplossing)

    Natronsalpeter

    Nitraathoudende kalkstikstof

    Oplossing van stikstofmeststof(fen)

    Salmiak

    Gemengde stikstofmeststof

    Gemengde stikstofmeststof op basis van kalksalpeter (bladmeststof)

    Gemengde stikstofmeststof met ureumformaldehyde

    Gemengde stikstofmeststof met crotonilydeendiureum

    Gemengde stikstofmeststof met isobutylideendiureum

    Stikstofmagnesia

    Stikstofmagnesiumsulfaat

    Ureum (ook: omhuld, met zwavel omhuld kunsthars gecoat)

    Ureum-ammoniumsulfaat

    Ureumformaldehyde

    Vloeibare ammoniak

    Stikstofmeststof met crotonylideendiureum

    Stikstofmeststof met isobutylideendiureum

    Stikstofmeststof met ureumformaldehyde

  • b.

    Meststoftypen met stikstof of fosfaat

    Calciummagnesiumnitraatoplossing in water

    Diammonfosfaat

    Kalisalpeter (ook: omhuld)

    Kaliumnatriumnitraat

    Monoammonfosfaat

    Nitraathoudende diatomeeën-aarde vrijkomend bij de bereiding van vloeibare meststoffen

    NPK-, NP- en NK-meststoffen (ook: oplossing of suspensie van)

    NPK-, NP- en NK-meststoffen met crotonylideendiureum

    NPK-, NP- en NK-meststoffen met isobutylideendiureum

    NPK-, NP- en NK-meststoffen met ureumformaldehyde

    NPK- en NP-meststoffen met aluminiumcalciumfosfaat

    NPK- en NP-meststoffen met gedeeltelijk ontsloten natuurfosfaat

    NPK- en NP-meststoffen met natuurfosfaat

    NPK- en NP-meststoffen op basis van aluminium-calciumfosfaat

    NPK- en NP-meststoffen op basis van gloeifosfaat

    NPK- en NP-meststoffen op basis van thomasmeel

    NPK- en NP-meststoffen op basis van zacht natuurfosfaat

    Kunsthars gecoate langzaamwerkende NPK-meststof

    Kunsthars omhulde NPK-meststof 14+9+15

    Langzaamwerkende samengestelde meststof NPK 16+11+14 met spoorelementen (B+Cu+Fe+Mn+Mo+Zn) voor potgrond

    Langzaamwerkende samengestelde meststof NPK 16+10+12 met spoorelementen (B+Cu+Fe+Mn+Mo+Zn) voor potgrond

    Organische NPK, NP en NK meststof van dierlijke oorsprong

    Samengestelde meststoffen NPK, NP en NK (ook: oplossing of suspensie van)

    Samengestelde meststoffen NPK, NP en NK met thomasmeel

    Samengestelde meststoffen NPK, NP en NK met ureumformaldehyde

    Samengestelde meststoffen NPK, NP en NK met crotolylideendiureum

    Samengestelde meststoffen NPK, NP en NK met isobutylideendiureum

    Samengestelde meststof NPK met diciaandiamide

    Samengestelde organische meststoffen NPK, NP en NK

    Mengmeststoffen met stikstof of fosfaat

    Bloedmeel voor meststof

    Guano

    Uienpulp

    Mosterdzaadpulp

    Beendermeel

    Ontlijmd beendermeel

    Diermeel

  • c.

    Meststoftypen voor voedingsoplossingen

    Kalisalpeterzuur in oplossing

    Salpeterzuur

    Vloeibare samengestelde meststoffen NPK, NP en NK voor voedingsoplossingen

  • d.

    Kalkmeststoftypen met stikstof of fosfaat

    Samengestelde meststoffen NPK, NP en NK op basis van kalikiezelkalk

    Stikstofhoudende kalkmeststof met boor