Besluit van 2 december 1997, houdende vaststelling van een reglement op de maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten (IJkreglement)

IJkreglement

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 25 juli 1997, nr. 97047372 WJA/W;
Gelet op de artikelen 6, 9, 10, 11, 13, 16 en 18 van de IJkwet;
De Raad van State gehoord (advies van 12 augustus 1997, nr. W10.97.0499);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 26 november 1997, nr. 97070623 WJA/W;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen moeten behoren tot een van de navolgende onder A-E onderscheiden categorieën:

  • A.

    Lengtematen:

    • a.

      de lengtematen van 0,5, 1, 1,5, 2, 3, 4, 5 of een geheel veelvoud van 5 meter;

    • a.1.

      de meetsjablonen voor flessen met een inhoudsaanduiding;

    • b.

      andere lengtematen dan de onder a en a.1 genoemde, voor zover deze aantoonbare voordelen hebben ten opzichte van die maten, dan wel bestemd zijn voor doeleinden, waarvoor die maten niet toereikend zijn.

  • B.

    Inhoudsmaten:

    • a.

      de cilindrische maten van 0,01, 0,02, 0,05, 0,1, 0,2, 0,5, 1, 2, 5, 10, 20 en 50 liter;

    • b.

      de glazen maten van 2000, 1000, 500, 250, 100, 50, 25, 10 en 5 milliliter;

    • c.

      de drinkglazen, bekers, kruiken, flessen, karaffen en het vaatwerk, voorzien van een inhoudsaanduiding;

    • d.

      andere inhoudsmaten dan de onder a-c genoemde, voor zover deze aantoonbare voordelen hebben ten opzichte van die maten, dan wel bestemd zijn voor doeleinden, waarvoor die maten niet toereikend zijn.

  • C.

    Gewichten:

    • a.

      de gewichten voor gewone weging van 50, 25, 20, 10, 5, 2 en 1 kilogram, 500, 200, 100, 50, 20, 10, 5, 2 en 1 gram;

    • b.

      de gewichten voor fijne weging van 25, 20, 10, 5, 2 en 1 kilogram, 500, 200, 100, 50, 20, 10, 5, 2 en 1 gram, 1000, 500, 200, 100, 50, 20, 10, 5, 2 en 1 milligram;

    • c.

      andere gewichten dan de onder a en b genoemde, voor zover deze aantoonbare voordelen hebben ten opzichte van die gewichten, dan wel bestemd zijn voor doeleinden, waarvoor die gewichten niet toereikend zijn.

  • D.

    Meetwerktuigen:

    • a.

      de meetwerktuigen voor lengtemeting;

    • b.

      de taxameters;

    • c.

      de meetwerktuigen voor oppervlaktemeting;

    • d.

      de melkmeetemmers van 30 en 20 liter, niet voorzien van een aftap- of afloopinrichting;

    • e.

      de gasmeters;

    • f.

      andere meetwerktuigen voor volumemeting dan onder d en e bedoeld,

      een en ander met uitzondering van:

      • 1°.

        de meetwerktuigen voor meting van de lengte van personen, in hoofdzaak bestaande uit een voetstuk, een geleidebalk met schaalverdeling en een langs die balk verplaatsbaar schuifstuk (militiematen);

      • 2°.

        de meetwerktuigen voor meting van de diepgang van schepen, in hoofdzaak bestaande uit een glazen buis met schaalverdeling, bevestigd aan een inrichting met twee, door doken bepaalde vaste punten, met behulp waarvan de afstanden tussen een in de buis ontstane waterspiegel en elk van die twee punten kunnen worden gemeten (toestel voor meting van de diepgang van schepen);

      • 3°.

        de meetwerktuigen voor volumemeting van vloeistoffen, in hoofdzaak bestaande uit een maatglas met schaalverdeling en een aan het benedeneinde van dat glas verbonden kraan (kraanmaten);

      • 4°.

        de meetwerktuigen voor volumemeting van vloeistoffen, wat betreft het voor de meting bestemde gedeelte in hoofdzaak bestaande uit een in twee gelijke delen verdeelde holle plug en een daarbij behorend huis met vul- en aftapopening (meetkranen);

      • 5°.

        de meetwerktuigen voor volumemeting van een verbruikte of geleverde hoeveelheid water (watermeters);

      • 6°.

        de gasmeters, wat betreft het gedeelte dat bestemd is voor de meting van het doorgestroomde gasvolume in hoofdzaak bestaande uit een gedeeltelijk in een vloeistof wentelende trommel dan wel uit een of meer in een vloeistof gedompelde en zich bewegende meetklokken (natte gasmeters);

    • g.

      de meetwerktuigen voor directe massameting.

  • E.

    Weegwerktuigen:

    • a.

      de niet-automatische weegwerktuigen;

    • b.

      de automatische weegwerktuigen.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Alle bij of krachtens de IJkwet voorgeschreven aanduidingen en opschriften op maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten moeten duidelijk, ondubbelzinnig en duurzaam zijn.

§

2

Voorschriften betreffende het uitsluitend gebruik van bepaalde maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten en omtrent de wijze van opstelling en gebruik

Artikel

5

Artikel

6

§

3

Van het keuren en justeren

Artikel

8

Justeer- en correctie-inrichtingen worden niet gebruikt om andere dan zo dicht mogelijk bij nul liggende waarden van aanwijzingsfouten te verwezenlijken.

Artikel

9

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Voorwerpen, welke ter voldoening aan het bepaalde in artikel 11, vierde lid, onder a, van de IJkwet ter herkeuring worden aangeboden, moeten, om te worden goedgekeurd, in zodanige toestand verkeren, dat mag worden verwacht, dat zij aan de in of krachtens dit Reglement gestelde eisen tot de volgende herkeuring kunnen voldoen.

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Artikel

15

De ter herkeuring aangeboden gewichten worden bij die herkeuring gejusteerd, mits dit kan geschieden door in een daarvoor bestemde opening in het gewicht een voor dat gewicht geschikt materiaal toe te voegen of materiaal dat zich in die opening bevindt, weg te nemen en mits de massa niet meer afwijkt van die, welke het gewicht behoort te bezitten, dan 1/100 van deze massa bij de gewichten van 100 gram en daarboven en 1/50 van deze massa bij de gewichten van 50 gram en daarbeneden.

Artikel

16

Artikel

16a

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

§

4

IJkmerken, afkeuringsmerken en de verklaring, bedoeld in artikel 13 van de IJkwet

Artikel

18

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

23a

Vervallen

§

5

Slotbepalingen

Artikel

24

Na de inwerkingtreding van dit besluit berusten de krachtens het IJkreglement (Stb. 1989, 116) vastgestelde regels en andere besluiten op dit besluit.

Artikel

25

Het IJkreglement (Stb. 1989, 116) wordt ingetrokken.

Artikel

26

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

27

Dit besluit wordt aangehaald als: IJkreglement.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, G. J. Wijers
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

I

bij het IJkreglement

Kenmerk bedoeld in artikel 18, tweede lid, onder a

Bijlage

II

bij het IJkreglement

Kader voor het merk van goedkeuring, bedoeld in artikel 18, derde lid