Wet van 4 december 1997, houdende regels betreffende de maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten (IJkwet)

IJkwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de IJkwet opnieuw te doen vaststellen teneinde te kunnen voldoen aan richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Van de meeteenheden en aanduidingen daarvan

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

3a

De raad wordt door Onze Minister van Economische Zaken in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over het voornemen tot een aanwijzing ingevolge artikel 2, tweede lid, of een intrekking van een aanwijzing ingevolge artikel 2, vijfde lid, over te gaan.

Artikel

3b

Vervallen

Artikel

3c

Vervallen

Artikel

4

Artikel

4a

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in verband met de uitvoering van een bindend, door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese Gemeenschappen genomen besluit, als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, regelen worden gesteld met betrekking tot het bezigen van benamingen voor grootheden.

Artikel

5

§

1a

Definities

Artikel

5a

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;

ijkinstelling: de krachtens artikel 22, eerste lid, aangewezen rechtspersoon;

ijkbevoegde: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, aan wie ingevolge artikel 26b, eerste lid, een erkenning is verleend;

toezichthouders: de krachtens artikel 29, eerste lid, aangewezen personen.

§

2

Van de maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten

Artikel

5b

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden onder meetinstrumenten verstaan instrumenten ter bepaling van aantallen van meeteenheden, met uitzondering van die instrumenten, welke zijn ingericht of mede ingericht ter bepaling van lengte, van oppervlakte, van inhoud, van volume of van massa.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

§

3

Van het keuren en justeren

Artikel

10

Artikel

10a

Met de maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten die de in artikel 10, eerste lid, bedoelde keuring hebben ondergaan, worden gelijkgesteld maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten die in een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte rechtmatig zijn geproduceerd of in de handel zijn gebracht en die door een gelijkwaardige, door die andere staat erkende instantie zijn gekeurd, mits bij de keuringen aan gelijkwaardige eisen is voldaan.

Artikel

11

Artikel

11a

Artikel

12

Goedkeuring heeft niet plaats van voorwerpen als in artikel 10 bedoeld, welke niet aan de bij of krachtens artikel 6 gegeven voorschriften voldoen.

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Vervallen

Artikel

15a

Vervallen

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Gewichten, bij de in artikel 11, vierde lid, bedoelde herkeuring, niet meer dan een door Ons vast te stellen verschil van hun wettelijke waarde opleverende, worden zo mogelijk door de ijkinstelling of, voor zover het betreft herkeuring als bedoeld in artikel 11, vierde lid, onder b of c, door de ijkbevoegde, die ingevolge artikel 26 bevoegd is tot herkeuring van de betrokken gewichten, gejusteerd.

Artikel

19

Het is verboden in de uitoefening van een beroep of bedrijf ten verkoop aan te bieden of in de handel te brengen maten, gewichten, meet- of weegwerktuigen of bij algemene maatregel van bestuur aangewezen meetinstrumenten die niet de ingevolge artikel 11 vereiste keuring of herkeuring hebben ondergaan dan wel bij die keuring of herkeuring niet zijn goedgekeurd.

Artikel

20

Artikel

21

§

3a

Regelen ten aanzien van maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen, meetinstrumenten, onderdelen van en hulpinrichtingen voor die voorwerpen, te treffen in verband met de uitvoering van bindende, door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese Gemeenschappen op het terrein van de metrologie genomen besluiten

Artikel

21a

§

3b

Vrijstellingen en ontheffingen

Artikel

21b

Artikel

21c

§

4

IJkinstelling

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

§

5

IJkbevoegden

Artikel

26

Een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die in Nederland is gevestigd, is bevoegd met inachtneming van het bij of krachtens deze wet bepaalde:

  • a.

    ten aanzien van voorwerpen, waarvoor bij of krachtens artikel 6 voorschriften zijn gegeven, de werkzaamheden te verrichten, voortvloeiende uit het bij of krachtens de artikelen 11, eerste lid en vierde lid, onder b en c, en 12 tot en met 17 bepaalde,

  • b.

    ten aanzien van voorwerpen als onder a bedoeld, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur daartoe aangewezen categorie, de werkzaamheden te verrichten, voortvloeiende uit het bij of krachtens artikel 11, vierde lid, onder a, bepaalde,

  • c.

    ten aanzien van voorwerpen als onder a bedoeld, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur daartoe aangewezen categorie, de werkzaamheden te verrichten, voortvloeiende uit het bij of krachtens artikel 21a bepaalde, zulks met uitzondering van een krachtens artikel 21a vastgestelde vorm van keuring, die gelijkwaardig is aan het onderzoek, bedoeld in artikel 11a, en als zodanig door Onze Minister is aangewezen,.

  • d.

    daartoe bij algemene maatregel van bestuur aangewezen werkzaamheden, voortvloeiend uit het met betrekking tot andere dan onder a bedoelde voorwerpen krachtens artikel 21a bepaalde, te verrichten, een en ander voor zover hij daartoe door de ijkinstelling is erkend.

Artikel

26a

Artikel

26b

Artikel

26c

De ijkinstelling kan ook na de verlening ingevolge artikel 26b, eerste lid, van een erkenning daaraan voorschriften verbinden of daaraan verbonden voorschriften wijzigen, indien de technische ontwikkeling zulks noodzakelijk maakt.

Artikel

26d

De ijkbevoegde verricht werkzaamheden met betrekking waartoe hem een erkenning is verleend niet buiten Nederland dan met voorafgaande schriftelijke toestemming van de ijkinstelling.

Artikel

26e

De ijkbevoegde is verplicht de ijkinstelling op daartoe strekkend verzoek gelegenheid te geven na te gaan of hij nog voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 26b, eerste lid, en hoe hij de werkzaamheden waarop de hem verleende erkenning betrekking heeft, verricht.

Artikel

26f

Artikel

26g

§

5a

Aanwijzingen en regelen omtrent werkwijze

Artikel

27

Artikel

28

Onze Minister kan regelen stellen omtrent de werkwijze die moet worden gevolgd door:

§

5b

Toezicht op de naleving

Artikel

29

Artikel

29a

Artikel

29b

Vervallen

Artikel

29c

De toezichthouders zijn bevoegd maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten waarvoor bij of krachtens artikel 6 voorschriften zijn gegeven en die bij het onderzoek, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht niet aan die voorschriften blijken te voldoen, van een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen afkeuringsmerk te voorzien.

Artikel

29e

Vervallen

Artikel

29f

Vervallen

§

5c

Informatie

Artikel

29h

§

5d

Artikel

29i

Vervallen

§

5e

Beroep

Artikel

29j

Indien door de ijkinstelling of door een ijkbevoegde bij een vorm van onderzoek, vastgesteld bij of krachtens deze wet, bij een keuring of herkeuring van een voorwerp daaraan de goedkeuring niet wordt verleend of indien niet overeenkomstig een verzoek, gedaan ingevolge het bij of krachtens deze wet bepaalde, wordt beslist dan wel indien bij een onderzoek als bedoeld in artikel 16, eerste lid, of in artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht een voorwerp, al dan niet onder het aanbrengen van een afkeuringsmerk, wordt bevonden niet aan de daarvoor bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften te voldoen, wordt daarvan, voor zover bij of krachtens deze wet niet anders is bepaald, door respectievelijk de ijkinstelling en de ijkbevoegde aan de betrokkene onder opgave van redenen mededeling gedaan en geschiedt die mededeling alleen schriftelijk, voor zover de betrokkene daarom uitdrukkelijk vraagt.

Artikel

29k

Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

§

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

30

Maten en gewichten, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van een geldig goedkeuringsmerk zijn voorzien, worden geacht krachtens deze wet te zijn goedgekeurd. Zij worden, wanneer zij niet met deze wet of Onze ter uitvoering daarvan genomen besluiten in overeenstemming zijn, niettemin na de in artikel 11 bedoelde herkeuring goedgekeurd, mits zij voldoen aan de bij of krachtens de IJkwet (Stb. 1989, 10) gestelde eisen. Op de aldus goedgekeurde voorwerpen is het bepaalde in de artikelen 7, eerste lid, onder b, en 8, eerste lid, onder b, niet van toepassing.

Artikel

31

Na de inwerkingtreding van deze wet berusten de krachtens de IJkwet (Stb. 1989, 10) vastgestelde regels en andere besluiten op deze wet.

Artikel

32

De IJkwet (Stb. 1989, 10) wordt ingetrokken.

Artikel

33

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

34

Deze wet wordt aangehaald als: IJkwet.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, G. J. Wijers
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager