Regeling aanvraag en toezicht typegoedkeuring

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.
    1º.
    bedrijfsautochassis:

    een bedrijfsauto waarvan de bouw, met uitzondering van de carrosserie, is voltooid;

    2º.
    rijdend aanhangwagenchassis:

    een voertuig waarvan de bouw, met uitzondering van de carrosserie, is voltooid;

    3º.
    steekproef:

    steekproefsgewijze keuring als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

    4º.
    RDW:

    Dienst Wegverkeer.

  • b.
    fabrikant:

    de persoon of organisatie die tegenover de RDW verantwoordelijk is voor alle aspecten van de goedkeuringsprocedure en instaat voor de overeenstemming van de productie met het type waarvoor de goedkeuring is verleend. Het is niet noodzakelijk dat deze persoon of organisatie rechtstreeks betrokken is bij alle fasen van de bouw van het voertuig, het systeem, het onderdeel of de technische eenheid waarop de typegoedkeuringsprocedure betrekking heeft;

  • c.
    bedrijfsbeschrijving:

    beschrijving van de organisatie van de aanvrager en het proces volgens hetwelk de aanvrager zijn werkzaamheden verricht.

Artikel

2

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
type personenauto:

alle tot de categorie personenauto behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • 1º.

    fabrikant,

  • 2º.

    merk,

  • 3º.

    type handelsaanduiding,

  • 4º.

    soort versnellingsbak,

  • 5º.

    soort brandstof,

  • 6º.

    ledige massa,

  • 7º.

    toegestane maximum massa,

  • 8º.

    toegestane maximum aslasten,

  • 9º.

    toegestane maximum massa van een te trekken aanhangwagen:

    • a.

      voorzien van een reminrichting;

    • b.

      niet voorzien van een reminrichting,

  • 10º.

    toegestane maximum massa van een samenstel van personenauto en aanhangwagen,

  • 11º.

    maximum verticale last op de koppeling,

  • 12º.

    carrosserie:

    • a.

      inrichting;

    • b.

      wielbasis;

    • c.

      lengte;

    • d.

      breedte;

    • e.

      spoorbreedte voor en achter,

  • 13º.

    motor:

    • a.

      merk;

    • b.

      motorcode;

    • c.

      plaats van de motorcode;

    • d.

      aantal en opstelling cylinders;

    • e.

      cylinderinhoud;

    • f.

      turbo: aanwezigheid hiervan en systeem;

    • g.

      maximum vermogen;

    • h.

      toerental bij maximum vermogen;

    • i.

      soort inspuitsysteem;

    • j.

      identificatie katalysator;

    • k.

      aanwezigheid lambda sonde.

b.
type personenauto, behorend tot een kleine serie als bedoeld in de Kleine serie-regeling:

alle tot de categorie personenauto behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten zoals bepaald in richtlijn 70/156/EEG, bijlage II, onderdeel B, met elkaar overeenkomen.

Artikel

3

In deze regeling wordt verstaan onder:

type complete bedrijfsauto: alle tot de categorie bedrijfsauto behorende complete voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • 1º.

    fabrikant,

  • 2º.

    merk,

  • 3º.

    type handelsaanduiding,

  • 4º.

    soort versnellingsbak,

  • 5º.

    soort brandstof,

  • 6º.

    ledige massa,

  • 7º.

    toegestane maximum massa,

  • 8º.

    toegestane maximum aslasten,

  • 9º.

    toegestane maximum massa van een te trekken aanhangwagen:

    • a.

      voorzien van een reminrichting;

    • b.

      niet voorzien van een reminrichting,

  • 10º.

    toegestane maximum massa van een samenstel van complete bedrijfsauto en aanhangwagen,

  • 11º.

    maximum verticale last op de koppeling,

  • 12º.

    carrosserie:

    • a.

      inrichting;

    • b.

      wielbasis;

    • c.

      lengte;

    • d.

      breedte;

    • e.

      spoorbreedte voor en achter;

    • f.

      afmetingen van de laadruimte ten behoeve van de bepaling van de BPM-code (Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992),

  • 13º.

    motor:

    • a.

      merk;

    • b.

      motorcode;

    • c.

      plaats van de motorcode;

    • d.

      aantal en opstelling cylinders;

    • e.

      cylinderinhoud;

    • f.

      turbo: aanwezigheid hiervan en systeem;

    • g.

      maximum vermogen;

    • h.

      toerental bij maximum vermogen;

    • i.

      soort inspuitsysteem;

    • j.

      identificatie van de katalysator;

    • k.

      aanwezigheid van de lambda sonde.

Artikel

4

In deze regeling wordt verstaan onder:

type bedrijfsautochassis: alle tot de categorie bedrijfsautochassis behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • 1º.

    fabrikant,

  • 2º.

    merk,

  • 3º.

    voertuigcategorie zoals omschreven in richtlijn 70/156/EEG, bijlage II, onderdeel A, onder 1 en 2,

  • 4º.

    aantal assen,

  • 5º.

    aantal en plaats van de aangedreven assen,

  • 6º.

    aantal en plaats van de bestuurde assen,

  • 7º.

    motor (verbrandings-,elektrische of hybride motor),

  • 8º.

    cabinevorm (torpedo, semi-front, front of geen front (bijvoorbeeld een bus),

  • 9º.

    gebruiksdoel (bijvoorbeeld niet-gelede bus, gelede bus, trekker, bedrijfsauto of rijdend werktuig),

  • 10º.

    toegestane maximum massa,

  • 11º.

    toegestane maximum aslasten.

Artikel

5

In deze regeling wordt verstaan onder:

type motorfiets: alle tot de categorie motorfiets behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • 1º.

    fabrikant,

  • 2º.

    merk,

  • 3º.

    type handelsaanduiding,

  • 4º.

    soort brandstof,

  • 5º.

    ledige massa,

  • 6º.

    wielbasis,

  • 7º.

    geluidsniveau (gemeten bij stilstand en rijdende),

  • 8º.

    motorcode,

  • 9º.

    plaats van de motorcode,

  • 10º.

    aantal cylinders,

  • 11º.

    cylinderinhoud,

  • 12º.

    maximum vermogen,

  • 13º.

    toerental bij maximum vermogen.

Artikel

6

In deze regeling wordt verstaan onder:

type driewielig motorrijtuig: alle tot de categorie driewielig motorrijtuig behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • a.

    fabrikant,

  • b.

    merk,

  • c.

    type handelsaanduiding,

  • d.

    soort brandstof,

  • e.

    ledige massa,

  • f.

    toegestane maximum massa,

  • g.

    toegestane maximum aslasten,

  • h.

    toegestane maximum massa van een te trekken aanhangwagen:

    • 1º.

      aanhangwagen voorzien van een reminrichting;

    • 2º.

      aanhangwagen niet voorzien van een reminrichting,

  • i.

    toegestane maximum massa van een samenstel van driewielig motorrijtuig en aanhangwagen,

  • j.

    motorcode,

  • k.

    geluidsniveau (gemeten bij stilstand en rijdende),

  • l.

    plaats van de motorcode,

  • m.

    aantal cylinders,

  • n.

    cylinderinhoud,

  • o.

    maximum vermogen,

  • p.

    toerental bij maximum vermogen,

  • q.

    carrosserie:

    • 1.

      inrichting;

    • 2.

      wielbasis;

    • 3.

      lengte;

    • 4.

      breedte;

    • 5.

      spoorbreedte voor en achter.

Artikel

7

In deze regeling wordt verstaan onder:

type bromfiets: alle tot de categorie bromfiets behorende voertuigen zoals bepaald in richtlijn 92/61/EEG, artikel 2.

Artikel

8

In deze regeling wordt verstaan onder:

type aanhangwagen:

alle tot de categorie aanhangwagen behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • 1º.

    fabrikant,

  • 2º.

    merk,

  • 3º.

    typeaanduiding van de fabrikant,

  • 4º.

    reikwijdte van de toegestane maximum massa’s:

    • a.

      meer dan 750 kg maar niet meer dan 3.500 kg;

    • b.

      meer dan 3.500 kg maar niet meer dan 10.000 kg;

    • c.

      meer dan 10.000 kg,

  • 5º.

    essentiële aspecten van het ontwerp en de constructie:

    • a.

      chassis of zelfdragende constructie;

    • b.

      aantal assen;

    • c.

      soort voertuig (oplegger, middenasaanhangwagen of andere aanhangwagen);

    • d.

      soort remsysteem (bijvoorbeeld een oploop- of pneumatische rem).

Een type aanhangwagen kan verschillende varianten omvatten. In deze regeling wordt verstaan onder

variant:

aanhangwagens van hetzelfde type die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • 1º.

    indien het complete aanhangwagens betreft:

    • a.

      plaats van het identificatienummer;

    • b.

      inrichting (bijvoorbeeld open, gesloten, tankwagen of kampeeraanhangwagen);

    • c.

      toegestane maximum massa;

    • d.

      toegestane maximum aslasten;

    • e.

      toegestane maximum last onder de koppeling in het geval van opleggers en middenasaanhangwagens;

    • f.

      ledige massa;

    • g.

      wielbasis;

    • h.

      lengte;

    • i.

      breedte;

    • j.

      afstand van het hart van de koppeling tot de achterzijde van het voertuig;

    • k.

      aantal en plaats van de gestuurde assen;

    • l.

      aantal en plaats van de zelfsturende assen;

    • m.

      aantal en plaats van hefbare assen.

  • 2º.

    indien het rijdende aanhangwagenchassis betreft:

    • a.

      plaats identificatienummer;

    • b.

      toegestane maximum massa;

    • c.

      toegestane maximum aslasten;

    • d.

      maximum last onder de koppeling in het geval van opleggers en middenasaanhangwagens;

    • e.

      aantal en plaats van de gestuurde assen;

    • f.

      aantal en plaats van de zelfsturende assen.

      Uitsluitend ten aanzien van de onder b, c en d bedoelde maximum massa en maximum lasten, zijn verschillen van ten hoogste 25% toegestaan, waarbij de laagste waarde 0,75 maal de hoogste waarde mag zijn.

Hoofdstuk

2

Typegoedkeuring

§

1

Aanvraag

Artikel

9

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

2

Verplichtingen fabrikant

Artikel

10

De fabrikant draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de relevante regelgeving alsmede voorschriften, specificaties en documentatie betreffende de toe te passen materialen en onderdelen binnen het bedrijf beschikbaar en toegankelijk zijn voor het personeel,

  • b.

    voldoende maatregelen en procedures voorzien in een effectieve controle, opdat de geproduceerde voertuigen overeenstemmen met het goedgekeurde type,

  • c.

    de administratie doelmatig en deugdelijk is, waardoor voldoende inzicht wordt geboden in de verschillende fasen die het voertuig tijdens en na fabricage doorloopt,

  • d.

    de administratie omtrent geproduceerde voertuigen ten minste 10 jaar beschikbaar blijft,

  • e.

    binnen de organisatie een persoon wordt aangewezen die als eerste verantwoordelijk is met betrekking tot het bepaalde in de onderdelen a tot en met d.

Artikel

11

De fabrikant stelt de door de Dienst Wegverkeer daartoe aangewezen functionarissen in de gelegenheid te onderzoeken of het type voertuig, waarvoor goedkeuring wordt aangevraagd, voldoet aan de in hoofdstuk 3 van het Voertuigreglement gestelde eisen en stelt hiertoe één of meerdere exemplaren van het desbetreffende type ter beschikking.

Artikel

12

§

3

Toezicht

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Nadat een typegoedkeuring is verleend, wordt ten minste één maal per twee jaar onderzocht of nog wordt voldaan aan de in artikel 10 genoemde verplichtingen.

Artikel

16

Hoofdstuk

3

Aanvraag en behandeling EEG-typegoedkeuring

Artikel

17

De aanvraag en de behandeling daarvan, alsmede het toezicht op een typegoedkeuring als bedoeld in richtlijn 70/156/EEG of richtlijn 92/61/EEG, geschiedt met inachtneming van de in die richtlijnen daaromtrent gegeven voorschriften.

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

18

De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 10 juli 1995, nr. HW/RV 200432, houdende vaststelling van regels met betrekking tot de aanvraag van een typegoedkeuring en met betrekking tot het toezicht op een verleende typegoedkeuring (Stcrt. 143), wordt ingetrokken.

Artikel

19

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

20

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraag en toezicht typegoedkeuring.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de bibliotheek van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Plesmanweg 1, Den Haag alsmede bij de Dienst Wegverkeer, Europaweg 205, Zoetermeer.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink