Wet van 17 december 1997, houdende regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verrichten en geen werkelijke band hebben met de staat naar welks recht zij zijn opgericht (Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen)

Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de wet regels te stellen met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verrichten en geen werkelijke band hebben met de staat naar welks recht zij zijn opgericht;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet wordt onder formeel buitenlandse vennootschap verstaan een naar een ander dan Nederlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschap die haar werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verricht en voorts geen werkelijke band heeft met de staat waarbinnen het recht geldt waarnaar zij is opgericht. In dit artikel worden de landen van het Koninkrijk der Nederlanden als staat aangemerkt.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Ten aanzien van een formeel buitenlandse vennootschap zijn de artikelen 249 en 260 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.

Artikel

7

Voor de toepassing van de artikelen 2 tot en met 6 worden met de bestuurders van de vennootschap gelijk gesteld degenen die met de dagelijkse leiding van de aan de vennootschap toebehorende onderneming zijn belast.

Artikel

8

Wijzigt deze wet.

Artikel

9

Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.

Artikel

10

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

11

Ten aanzien van vennootschappen die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet voldoen aan de omschrijving van artikel 1 geldt:

  • a.

    de opgave ter inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2, vindt plaats binnen drie maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;

  • b.

    het geplaatste kapitaal van de vennootschap en het gestorte deel daarvan moeten vanaf het tijdstip waarop de in onderdeel a bedoelde opgave ter inschrijving in het handelsregister plaats vindt of had behoren plaats te vinden ten minste het bedrag belopen van het minimumkapitaal, bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • c.

    het eigen vermogen van de vennootschap moet op het tijdstip waarop de in onderdeel a. bedoelde opgave ter inschrijving in het handelsregister plaats vindt of had behoren plaats te vinden ten minste het bedrag belopen van het minimumkapitaal, bedoeld in artikel 4, eerste lid; de in artikel 4, derde lid, bedoelde verklaring heeft betrekking op een tijdstip dat niet eerder ligt dan vijf maanden voor het hiervoor in dit onderdeel bedoelde tijdstip;

  • d.

    de verplichting tot het opmaken van een jaarrekening en een jaarverslag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en artikel 6 zijn van toepassing ten aanzien van jaarrekeningen en jaarverslagen betreffende boekjaren die aanvangen op of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;

  • e.

    artikel 4, vierde lid wordt eerst drie maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet toepasselijk.

Artikel

12

Wijzigt deze wet.

Artikel

13

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

14

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager