Wet van 24 december 1997, houdende regels omtrent de waarborg van platina, gouden en zilveren werken (Waarborgwet 1986)

Waarborgwet 1986

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Waarborgwet 1986 opnieuw te doen vaststellen ten einde te kunnen voldoen aan richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1993 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Van de gehalten

Artikel

1

De gehalten der platina, gouden en zilveren werken, welke door krachtens deze wet vastgestelde keurmerken worden gewaarborgd, zijn bepaald:

voor platina werken op 950 duizendsten, met dien verstande dat in platina alliages iridium als platina wordt beschouwd;

voor gouden werken op 916, 833, 750 en 585 duizendsten;

voor zilveren werken op 925, 835 en 800 duizendsten.

Artikel

2

Artikel

3

Werken, die in voltooide staat worden aangeboden en waarvan naar het oordeel van een krachtens artikel 7 aangewezen waarborginstelling het gehalte niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld, worden gewaarborgd binnen een grens van twintig duizendsten.

Artikel

4

HOOFDSTUK

II

DE VERPLICHTING TOT WAARBORGEN

Artikel

5

Artikel

5a

Artikel

5b

De verplichting tot waarborging, bedoeld in artikel 5, eerste lid, geldt evenmin voor werken die in een staat, die is aangesloten bij het in artikel 22 bedoelde verdrag, overeenkomstig dat verdrag zijn voorzien van stempelmerken.

Artikel

6

Hoofdstuk

IIA

Waarborginstellingen

Artikel

7

Artikel

7a

Artikel

7b

Artikel

7c

Artikel

7d

Artikel

7e

Indien Onze Minister van Economische Zaken meer dan één rechtspersoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, aanwijst, kan hij regels stellen ten behoeve van een goede coördinatie van de uitvoering van de door die rechtspersonen te verrichten taken en werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 13, 18, 39, 47, 47a en 60.

Artikel 8

Vervallen

HOOFDSTUK

III

VAN DE STEMPELMERKEN EN DE GEHALTEPROEF

Artikel

9

De stempeling der platina, gouden en zilveren werken, zowel in het geval bij artikel 1 als in dat bij artikel 3 bedoeld, geschiedt met stempels, omtrent welker vorm en gebruik Onze Minister van Economische Zaken regels stelt.

Artikel

10

De in artikel 9 bedoelde stempelmerken zijn:

  • 1°.

    het gehaltemerk;

  • 2°.

    het merk tot aanwijzing van het waarborgkantoor, waar de stempeling is geschied;

  • 3°.

    het jaarlettermerk;

  • 4°.

    het gewichtaanduidend merk voor werken, welke uit meer dan een, niet voor afzonderlijke stempeling vatbare stukken bestaan.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

De kornetten en snippelingen worden na elke gehalteproef aan de aanbieder teruggegeven.

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

HOOFDSTUK

IIIA

ONDERZOEK EN STEMPELING OVEREENKOMSTIG HET VERDRAG INZAKE ONDERZOEK EN STEMPELING VAN EDELMETALEN WERKEN

Artikel

22

In dit hoofdstuk wordt onder verdrag verstaan het op 15 november 1972 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake onderzoek en stempeling van edelmetalen werken (Trb. 1991, 16).

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25a

Artikel

25b

Artikel 7c is van overeenkomstige toepassing op het onderzoek en de stempeling van werken overeenkomstig dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

IV

Van de ondernemers

Artikel

26

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

29a

Vervallen

Artikel

30

Artikel

31

Geen ondernemer mag andere dan de in artikel 30, eerste lid, bedoelde werken in de handel brengen als platina, gouden of zilveren werken, indien deze voorwerpen niet ten minste voldoen aan het op grond van artikel 1 voor de desbetreffende voorwerpen geldende laagste gehalte.

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Het is verboden op platina, gouden en zilveren werken gelijkende voorwerpen tezamen met gewaarborgde werken onder de aandacht van het publiek te brengen, tenzij eerstgenoemde werken op duidelijke wijze van de andere zijn onderscheiden.

Artikel

36

Het is verboden andere voorwerpen dan die, welke ten minste voldoen aan het op grond van artikel 1 voor de desbetreffende voorwerpen geldende laagste gehalte, onder de aandacht van het publiek te brengen met gebruikmaking van de woorden edelmetaal, platina, goud of zilver, of op zodanige andere wijze, dat daaruit redelijkerwijze moet worden afgeleid, dat die voorwerpen beantwoorden aan de samenstelling van platina, gouden en zilveren werken.

Artikel

37

De ondernemers moeten zorgen dat op voor het publiek toegankelijke plaatsen alle op grond van artikel 60 vastgestelde formulieren voorhanden zijn, en dat ten minste een van die formulieren duidelijk zichtbaar aanwezig is.

Artikel

38

Vervallen

Artikel

39

Artikel

40

Vervallen

Artikel

41

Vervallen

Artikel

42

Vervallen

Artikel

43

Vervallen

HOOFDSTUK

V

VAN OPENBARE VERKOPINGEN EN BELEENBANKEN

Artikel

44

Artikel

45

Vervallen

Artikel

46

Hoofdstuk

VI

Van in-, uit- en doorvoer

Artikel

47

Alvorens ingevoerde platina, gouden en zilveren werken op een der wettelijke gehalten te stempelen, voorziet de betrokken waarborginstelling die werken, met uitzondering van die, welke niet zonder gevaar van beschadiging gestempeld kunnen worden of die van bijzondere kunstzinnige waarde zijn,

  • a.

    van een afslag van een stempel van de ondernemer voor wie de werken bestemd zijn, of

  • b.

    op verzoek van de buitenlandse ondernemer, die de werken in Nederland invoert, van diens meesterteken.

Artikel

47a

Artikel

47b

Artikel

47c

Artikel

48

Vervallen

Artikel

49

Vervallen

Artikel

50

Artikel

51

Vervallen

Hoofdstuk

VIA

Toezicht op de naleving

Artikel

52

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de werknemers van een door Onze Minister van Economische Zaken aangewezen rechtspersoon, die daartoe door die rechtspersoon zijn aangewezen.

Artikel

52a

Artikel

52b

Artikel

52c

Artikel

53

Onze Minister van Economische Zaken kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.

Artikel

55

Artikel

56

Vervallen

Artikel

57

Vervallen

Hoofdstuk

VIB

Informatie

Artikel

58

Een waarborginstelling alsmede de krachtens artikel 52 aangewezen rechtspersoon verstrekken desgevraagd aan Onze Minister van Economische Zaken de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. Onze Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel

58a

Een waarborginstelling is verplicht de inlichtingen te verschaffen die de krachtens artikel 52 aangewezen werknemers nodig achten voor de uitvoering van hun taak.

Artikel

59

Een waarborginstelling is verplicht kosteloos aan een ieder inlichtingen te geven over de betekenis van de verschillende stempelmerken, bedoeld in artikel 30, vierde lid, alsmede over de rijksstempelmerken van ongewaarborgd gehalte.

Artikel

60

Artikel

61

Vervallen

Artikel

62

Vervallen

HOOFDSTUK

VID

BEROEP

Artikel

63

Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel

64

Vervallen

Artikel

65

Vervallen

HOOFDSTUK

VII

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel

66

Na de inwerkingtreding van deze wet berusten de krachtens de Waarborgwet 1986 (Stb. 1987, 39) vastgestelde regels en andere besluiten op deze wet.

Artikel

67

De Waarborgwet 1986 (Stb. 1987, 39) wordt ingetrokken.

Artikel

68

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Het Oude Loo
Beatrix
De Staatssecretaris van Economische Zaken, A. van Dok-van Weele
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager