Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de totstandkoming van de derde tranche van de
Algemene wet bestuursrecht het noodzakelijk maakt een wettelijk kader te scheppen voor de verstrekking van subsidies op de beleidsterreinen van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, voorzover een dergelijk kader ontbreekt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: