Regeling natuurbraaksubsidie

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op artikel 7, derde lid, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PbEG L 181) en gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies en de artikelen 15, 19, 27 en 29 van de Landbouwwet;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
minister:

de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b.

Verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 oktober 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PbEG L 280);

c.
akkerbouwregeling:

Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen;

d.
producent:

producent bedoeld in artikel 1, onder j, van de akkerbouwregeling;

e.
bedrijf:

bedrijf bedoeld in artikel 1, onder k, van de akkerbouwregeling;

f.
LASER:

Dienst Landelijke service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

g.
aanvraag oppervlakten:

aanvraag oppervlakten bedoeld in artikel 1, onder u, van de akkerbouwregeling;

h.
groenbemester:

een groenbemester bedoeld in bijlage 2 van de akkerbouwregeling;

i.
natuurbraakmengsel:

een mengsel van groenbemesters, waarin ten minste drie verschillende soorten bloeiende, tweezaadlobbige gewassen voorkomen;

j.
verkoopseizoen:

tijdvak dat begint op 1 juli van een kalenderjaar en eindigt op 30 juni van het daarop volgende kalenderjaar;

k.
vegetatie:

vegetatie die een bijdrage levert aan de verbetering dan wel de instandhouding van natuurwaarden, bedoeld in artikel 20a, tweede lid, van de akkerbouwregeling.

Artikel

2

De minister verleent met inachtneming van het bepaalde in deze regeling jaarlijks op aanvraag een subsidie in de gevallen, bedoeld in artikel 20a van de akkerbouwregeling.

Artikel

3

Artikel

4

De hoogte van de subsidie voor percelen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt € 68,07 per hectare, zijnde een forfaitaire vergoeding voor het gebruikte zaaizaad en het inzaaien van de percelen waarop de aanvraag tot subsidieverlening betrekking heeft.

De hoogte van de subsidie voor percelen, bedoeld in artikel 3, tweede lid, bedraagt € 87,13 per hectare, zijnde een forfaitaire vergoeding voor het maaien van de percelen waarop de aanvraag tot subsidieverlening betrekking heeft.

Indien de percelen, waarvoor in het kader van deze regeling een subsidie wordt aangevraagd een breedte hebben van ten minste 20 meter en ten hoogste 25 meter worden de bedragen bedoeld in het eerste en tweede lid vermeerderd met een bedrag van € 45,38 per hectare.

Indien het zaaizaad en het inzaaien respectievelijk het maaien van de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft uit andere hoofde dan deze regeling door een overheidsinstantie worden gesubsidieerd wegens de bijdrage die deze percelen leveren aan de verbetering dan wel de instandhouding van natuurwaarden, wordt de subsidie zodanig vastgesteld, dat het totaal van de verleende subsidies in geen geval meer bedraagt dan de in het eerste en tweede lid genoemde bedragen per hectare en in voorkomend geval vermeerderd met het in het derde lid genoemde bedrag per hectare.

Artikel

5

Artikel

6

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient de producent bij LASER een aanvraag tot subsidieverlening in.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

De minister beslist uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar waarin de aanvraag tot subsidieverlening is ingediend op de aanvraag.

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

14

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling natuurbraaksubsidie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen