Gecombineerd goederenvervoer 1998

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel

1

Algemene bepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
de Minister:

de Minister van Verkeer en Waterstaat;

b.
gecombineerd goederenvervoer:

vervoer van goederen in dezelfde laadeenheid, met uitzondering van eenheden die onder de ISO serie I freight containers vallen, door middel van een combinatie van tenminste twee vervoersmodaliteiten die behoren tot de categorieën wegvervoer, binnenvaart, spoorvervoer of kustvaart, zonder dat daarbij de goederen zelf worden behandeld;

c.
transportonderneming:
  • 1.

    de in Nederland gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die zelfstandig activiteiten uitoefent die geheel of gedeeltelijk bestaan uit het beroepsmatig exploiteren van vervoermaterieel ten behoeve van het gecombineerd goederenvervoer, of

  • 2.

    twee of meer in Nederland gevestigde rechtspersonen of natuurlijke personen die te samen in de vorm van een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap activiteiten uitoefenen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit het beroepsmatig exploiteren van vervoermaterieel ten behoeve van het gecombineerd goederenvervoer;

d.
groep:

een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

  • 1.

    een natuurlijke persoon of rechtspersoon die direct of indirect:

    • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

    • volledig aansprakelijk vennoot is van, of

    • overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

  • 2.

    laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;

e.
leasen:
  • 1.

    het aangaan van een lease-overeenkomst met een looptijd van minimaal 24 maanden waarin aan de lessee het recht is toegekend het geleaste object aan het einde van de lease-periode te kopen voor een bedrag van maximaal 5% van de oorspronkelijke kostprijs;

  • 2.

    het aangaan van een overeenkomst tot huurkoop als bedoeld in artikel 1576h:7a BW;

f.
Senter:

agentschap van het Ministerie van Economische Zaken.

Artikel

2

Subsidie

Artikel

3

Het subsidieplafond

Het subsidieplafond dat aan het toekennen van subsidies ingevolge deze regeling wordt gesteld, bedraagt f 5 miljoen.

Artikel

4

De subsidie-aanvraag

Artikel

5

Beslissing op de aanvraag

Artikel

6

Beschikking tot subsidieverlening

De beschikking tot subsidieverlening bevat in elk geval:

  • a.

    een aanduiding van het soort en het aantal eenheden materieel waarvoor subsidie wordt verleend, voor zover mogelijk onder vermelding van de registratienummers;

  • b.

    het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

Artikel

7

Verplichtingen van de subsidie-ontvanger

Artikel

8

Groep

Artikel

9

De aanvraag tot subsidievaststelling

Artikel

10

Beschikking tot subsidievaststelling

Artikel

11

Toezicht

Met het toezicht op de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen zijn belast de medewerkers van Senter.

Artikel

12

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink