Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 juni 1997, nr. MJZ 97106647, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
De Raad van State gehoord (advies van 4 augustus 1997, nr. W08.97.0335);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 april 1998, nr. MJZ 98037449, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a.
EG-kaderrichtlijn luchtkwaliteit: richtlijn (EG) nr. 96/62 van de Raad van de Europese Unie van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit (PbEG L 296), naar de tekst zoals deze bij die richtlijn is vastgesteld;
b.
RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Artikel
2
Het RIVM is belast met de uitvoering van de taken, genoemd in artikel 3, derde tot en met zesde gedachtestreepje, van de EG-kaderrichtlijn luchtkwaliteit.
Artikel
3
Onze Minister draagt zorg voor de uitvoering van de in de artikelen 4, eerste lid, vierde alinea, en 11, eerste lid, van de EG-kaderrichtlijn luchtkwaliteit bedoelde verplichtingen.
Artikel
4
Het RIVM organiseert meet-, onderzoek- of beoordelingscampagnes als bedoeld in artikel 5 van de EG-kaderrichtlijn luchtkwaliteit.
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet inzake de luchtverontreiniging ter implementatie van de EG-kaderrichtlijn luchtkwaliteit in werking treedt.
Artikel
7
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering EG-kaderrichtlijn luchtkwaliteit.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha de Boer