Regeling versterking recreatie

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

minister:

In deze regeling wordt verstaan onder Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel

2

De minister kan subsidie verstrekken voor programma’s of projecten die een bijdrage leveren aan de realisering van één van de volgende doelstellingen:

  • a.

    bevordering van kennis en deskundigheid op het gebied van de recreatie;

  • b.

    ontwikkeling en instandhouding van landelijke routestructuren voor de recreatie;

  • c.

    versterking van de positionering van de recreatie in de samenleving;

  • d.

    verbetering van de kwaliteit van het milieu en van het toeristisch-recreatief product in onderlinge samenhang.

Artikel

3

Voor subsidie komen uitsluitend privaatrechtelijke rechtspersonen in aanmerking.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Subsidie op grond van artikel 2 wordt niet verleend voor programma’s of projecten waarvan de subsidie de € 9.075,00 niet zal overschrijden.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Paragraaf

2

Subsidieverlening

Artikel

11

Aanvragen die betrekking hebben op de in artikel 2, onderdeel a of b, genoemde doelstellingen, worden ingediend vóór 1 februari van het kalenderjaar, bedoeld in de artikelen 7 en 8.

Artikel

12

Artikel

13

Aanvragen voor verlening van subsidie worden ingediend bij de minister.

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

De subsidie voor programma’s, bedoeld in de artikelen 7 en 8, wordt verleend op basis van een beoordeling op de mate waarin de daarin beschreven activiteiten bijdragen tot de verwezenlijking van het rijksbeleid op het terrein van de recreatie.

Artikel

17

Artikel

18

De minister beslist op aanvragen voor programma’s, bedoeld in de artikelen 7 en 8, en voor projecten, bedoeld in artikel 9, binnen drie maanden na ontvangst daarvan.

Paragraaf

3

Voorschotverlening

Artikel

20

Paragraaf

4

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

21

Paragraaf

5

Subsidievaststelling

Artikel

22

Artikel

23

De minister stelt binnen vier maanden na ontvangst van de in artikel 22, tweede lid, bedoelde bescheiden de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.

Paragraaf

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

25

In afwijking van artikel 12, derde lid, wordt als thema voor het jaar 1998 aangewezen: het leveren van een bijdrage aan het signaleren, formuleren, agenderen en implementeren van kwaliteitseisen voor de recreatie.

Artikel

26

De Regeling subsidiëring niet-terreinbeherende organisaties blijft van toepassing, doch slechts ten aanzien van aanvragen die op grond daarvan zijn gedaan vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel

27

Twee jaar na inwerkingtreding en voorts iedere drie jaar publiceert de minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk.

Artikel

28

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

29

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling versterking recreatie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen