Artikel
1
Begripsbepalingen
De begripsbepalingen van het Formatiebesluit W.V.O. zijn op deze regeling van toepassing.
Besluit:
De begripsbepalingen van het Formatiebesluit W.V.O. zijn op deze regeling van toepassing.
Aan een school of scholengemeenschap kan op aanvraag van het bevoegd gezag een vergoeding voor personeelskosten worden toegekend ten behoeve van een leerling die als direct gevolg van een visuele of auditieve handicap aanvullende begeleiding behoeft om het voortgezet onderwijs te kunnen volgen.
De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld door het gedeelte van een formatieplaats als bedoeld in artikel 4, te vermenigvuldigen met de gemiddelde personeelslast van de school of scholengemeenschap ingevolge artikel 85, vierde lid, eerste volzin, van de Wet op het voortgezet onderwijs.
De vergoeding, bedoeld in het tweede lid, wordt volgens het voor de school geldend kasritme verleend:
voor de duur van een schooljaar, indien de daartoe strekkende aanvraag is ingediend voor 15 oktober van het betreffende schooljaar en de leerling waarvoor de vergoeding wordt gevraagd, op 1 oktober aan de school is ingeschreven, of
voor een gedeelte van het schooljaar, indien de aanvraag voor een vergoeding wordt ingediend op of na 15 oktober van het betreffende schooljaar; in dat geval strekt de vergoeding zich uit over de overige maanden van het schooljaar, volgend op die waarin de aanvraag is ingediend, en uitsluitend over de maanden waarin de leerling aan de school is ingeschreven.
Een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt ingediend bij de directie Cfi van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
De aanvraag dient te geschieden onder overlegging van:
een verklaring van een geneeskundige waaruit de mate en de soort van handicap blijkt;
de naam van de leerling, de schoolsoort en het leerjaar waarin de leerling is geplaatst;
de datum waarop de leerling met het volgen van onderwijs is begonnen, en
de wijze waarop de begeleiding zal plaatsvinden.
Indien in een schooljaar vergoeding wordt gevraagd voor één leerling, wordt bij inwilliging van de aanvraag in dat schooljaar 0,0400 formatieplaats voor een geheel schooljaar toegekend. Indien in een schooljaar voor meerdere leerlingen een vergoeding wordt gevraagd, wordt bij inwilliging van de aanvraag voor de eerste leerling in dat schooljaar 0,0400 formatieplaats en voor elke volgende leerling in dat schooljaar telkens 0,0250 formatieplaats voor een geheel schooljaar toegekend. Bij toekenning voor een gedeelte van een schooljaar vindt de toekenning naar rato plaats.
Informatie over de begeleiding en de resultaten daarvan, dient ten behoeve van de inspectie op de school beschikbaar te zijn. De bevindingen van de inspecteur ter zake van de resultaten die met de begeleiding zijn geboekt, zijn richtinggevend voor de beoordeling van volgende aanvragen.
Artikel IV van de Regeling omzetting faciliteitenregeling fbs naar lumpsum vo, inclusief overgangsrecht en samenvoeging van scholen in het vo per 1 augustus 1996 (Uitleg OCenW-Regelingen nr. 28a, 22 november 1995), wordt ingetrokken.
Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1998.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling visueel of auditief gehandicapte leerlingen WVO