Artikel
1
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
slachtdier: runderen (de soorten Bubalus bubalis en Bison bison daaronder begrepen), varkens, schapen, geiten en eenhoevigen en niet-gedomesticeerde landzoogdieren, niet zijnde lagomorfen, die in gevangenschap zijn gekweekt, gehouden en geslacht;
-
b.
vlees: alle voor menselijke consumptie geschikte delen van als landbouwhuisdier gehouden slachtdieren;
-
c.
separatorvlees: vlees dat machinaal is afgescheiden van beenderen met daaraan vastzittend vlees;
-
d.
gehakt vlees: vlees dat in kleine stukken is gehakt of door een gehaktmolen is gehaald;
-
e.
kruiderijen: zout voor menselijke consumptie, mosterd, specerijen en aromatische extracten daarvan, aromatische kruiden en aromatische extracten daarvan;
-
f.
vleesbereiding: vlees waaraan eet- of drinkwaren, kruiderijen of levensmiddelenadditieven zijn toegevoegd, of dat een behandeling heeft ondergaan in een mate die niet volstaat om de inwendige celstructuur van het vlees te veranderen zodat de kenmerken van vers vlees niet zijn verdwenen;
-
g.
gehakt: al dan niet toebereide vleesbereiding, niet zijnde separatorvlees, afkomstig van één of meer slachtdieren, die:
-
–
door hakken, malen of op andere wijze min of meer sterk verkleind is; zodanig kneedbaar is dat het tot verschillende vormen te bewerken is; en
-
–
geen vleesvreemd eiwit bevat;
-
–
-
h.
vleesproduct: product bereid van of met zodanig behandeld vlees dat, aan de hand van het snijvlak van de hartdoorsnijding, de verdwijning van de kenmerken van vers vlees kan worden geconstateerd, met uitzondering van vlees dat alleen een koudebehandeling heeft ondergaan, gehakt vlees en vleesbereidingen;
-
i.
zetmeelgehalte: gehalte aan watervrij zetmeel;
-
j.
procentueel gehalte aan organisch niet-vet: het percentage dat wordt verkregen door het percentage 100 te verminderen met het procentuele water-, vet-, zetmeel- en asgehalte van de waar;
-
k.
Federgetal: het quotiënt van het procentuele watergehalte en het procentuele gehalte aan organisch niet-vet van de waar;
-
l.
startercultuur: reincultuur van één type micro-organisme of een mengsel van meer dan één type micro-organismen, beide bedoeld om een fermentatieproces te sturen en te versnellen;
-
m.
%: massaprocent;
-
n.
richtlijn 97/4/EG: richtlijn nr. 97/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 januari 1997 (PbEG L 43) houdende wijziging van richtlijn 79/112/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lid-staten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame;
-
o.
richtlijn 94/65/EG: richtlijn nr. 94/65/EG van de Raad van de Europese Unie van 14 december 1994 tot vaststelling van voorschriften voor de productie en het in de handel brengen van gehakt vlees en vleesbereidingen (PbEG L 368);
-
p.
wildezwijnenvlees: spiervlees afkomstig van varkens die niet in gevangenschap zijn gekweekt, niet in gevangenschap zijn gehouden en niet in gevangenschap zijn geslacht.
2
De darm of het darmvervangend omhulsel van in dit besluit bedoelde waren is geen verpakking in de zin van artikel 1, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen.
3
Voor vlees, gehakt en vleesproducten wordt een startercultuur aangemerkt als technisch hulpmiddel, bedoeld in artikel 1, zevende lid, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen.
4
Artikel 4 en de artikelen 6 tot en met 12 zijn niet van toepassing op een eetwaar die met een in dit besluit bedoelde aanduiding rechtmatig in het verkeer is gebracht in een andere lid-staat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, voor zover die aanduiding vergezeld gaat van beschrijvende vermeldingen die dicht bij die aanduiding staan, zodat de koper in staat is de aldus geëtiketteerde waar te onderscheiden van in Nederland in het verkeer gebrachte eetwaren waarvoor die aanduiding uitsluitend gebezigd mag worden.