Wet van 18 juni 1998 tot wijziging van de Algemene nabestaandenwet in verband met gebleken onbillijkheden

Wijzigingswet Algemene nabestaandenwet in verband met gebleken onbillijkheden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, met het oog op het voorkomen van onbillijkheden en teneinde enige correcties aan te brengen in de Algemene nabestaandenwet, de Algemene nabestaandenwet en de Wet financiering volksverzekeringen te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL

I

WIJZIGING ALGEMENE NABESTAANDENWET

Wijzigt de Algemene nabestaandenwet.

ARTIKEL

II

WIJZIGING WET FINANCIERING VOLKSVERZEKERINGEN

Wijzigt de Wet financiering volksverzekeringen.

ARTIKEL

III

WIJZIGING VAN DE WET OP DE INKOMSTENBELASTING 1964

Wijzigt de Wet op de inkomstenbelasting 1964.

ARTIKEL

IV

HERLEVING NABESTAANDENUITKERING IN VERBAND MET GEZAMENLIJKE HUISHOUDING

ARTIKEL

V

OVERGANGSBEPALING IN VERBAND MET ARTIKEL 3, ZEVENDE LID VAN DE ALGEMENE NABESTAANDENWET

Indien de toepassing van artikel 3, zevende lid, van de Algemene nabestaandenwet in verband met de uitbreiding van het begrip bloedverwant in de eerste graad tot de persoon die met de nabestaande een gezamenlijke huishouding voert leidt tot het beëindigen van het recht op nabestaandenuitkering, gaat deze wijziging eerst in zes maanden na inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL

VI

OVERGANGSBEPALINGEN IN VERBAND MET ARTIKEL 67, ACHTSTE LID, VAN DE ALGEMENE NABESTAANDENWET

Beschikkingen voor de inwerkingtreding van deze wet gegeven door de Bank, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene nabestaandenwet, op grond van artikel 67, achtste lid, van die wet en de daarop berustende bepalingen, worden in overeenstemming gebracht met de bepalingen van deze wet en aangemerkt als beschikkingen op grond van artikel 67 van de Algemene nabestaandenwet zoals dat artikel luidt na inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL

VII

INWERKINGTREDING

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, F. H. G. de Grave
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager