Landbouwkwaliteitsregeling boter

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

Artikel

2

Boter waarvoor een bij artikel 4 vastgesteld merk wordt gebruikt, voldoet aan:

  • a.

    de bij deze regeling gestelde eisen, en

  • b.

    de eisen die gelijk zijn aan de eisen voor boter en de bereiding ervan gesteld op basis van andere wet- en regelgeving.

Artikel

3

Het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet) is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Het rijksmerk

Artikel

4

Artikel

5

Het door het COKZ met toezicht en keuring belaste personeel is bevoegd een rijksmerk te verwijderen of te doen verwijderen van boter die niet voldoet aan de bij deze regeling gestelde eisen.

Hooofdstuk

3

Keuring

Artikel

6

Artikel

7

Het COKZ stelt, voor de vaststelling of boter of de grondstoffen daarvan voldoen aan het bij deze regeling bepaalde, bij reglement methoden van monsterneming en onderzoek vast.

Hoofdstuk

4

Bepalingen inzake kwaliteit

Artikel

8

Boter wordt slechts bereid uit één of meer van de volgende grondstoffen:

  • a.

    koemelk;

  • b.

    room of geheel of gedeeltelijk ontroomde melk, rechtstreeks verkregen uit de onder a bedoelde melk;

  • c.

    melkvet, al dan niet gefractioneerd door middel van kristallisatie;

  • d.

    boter;

  • e.

    water.

Artikel

9

Artikel

10

Bij de bereiding van boter mogen worden toegevoegd:

  • a.

    additieven overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Warenwet;

  • b.

    zout;

  • c.

    cultures van niet genetisch gemodificeerde melkzuurvormende micro-organismen en componenten van uitsluitend op basis van koemelkbestanddelen bereide cultures van niet genetisch gemodificeerde melkzuurvormende micro-organismen.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Boter wordt niet:

  • a.

    opgeslagen of opgeslagen gehouden op zodanige wijze dat het behoud van de kwaliteit niet redelijkerwijs is gewaarborgd;

  • b.

    vervoerd op zodanige wijze dat het behoud van de kwaliteit niet redelijkerwijs is gewaarborgd.

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

14

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1998 en vervalt met ingang van 1 januari 2004, met dien verstande dat de overeenkomstig de Landbouwkwaliteitsregeling boterproducten geproduceerde rijksmerken nog mogen worden gebruikt tot zes maanden na de inwerkingtreding van deze regeling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen

Bijlage

bij artikel 4

Rijksmerk voor boter

Te gebruiken voor:

  • verpakkingseenheden van meer dan 1000 g;

  • verzendverpakkingen.

Te gebruiken voor:

  • 1.

    verpakkingseenheden van 1000 g en minder, met dien verstande dat:

    • a.

      voor verpakkingseenheden tot en met 25 g de afbeelding tot de helft mag worden verkleind;

    • b.

      voor verpakkingseenheden van meer dan 500 g de afbeelding anderhalf maal moet worden vergroot;

  • 2.

    handelsdocumenten.